instellen. Door op de FAN-toets te drukken kan de ventilatorstand worden ingesteld. Door op
de SWING-toets te drukken kunt u de richting van de uitgeblazen lucht instellen. (De
verwarmingsmodus is niet beschikbaar voor airconditioners die alleen bedoeld zijn om te
koelen. Als de verwarmingsmodus met de afstandsbediening is geselecteerd, kan de
airconditioner niet worden ingeschakeld met de ON/OFF-toets.)
Opmerking:
Na het starten van de verwarmingsmodus blaast de binnenunit de lucht met een vertraging
van 1-5 minuten uit (de werkelijke vertraging is afhankelijk van de kamertemperatuur) om te
voorkomen dat de koude lucht wordt uitgeblazen.
Temperatuurinstelbereik met behulp van de afstandsbediening: 16–30 °C.
Ventilatorstand: automatisch, laag, middel, hoog.
3
FAN-toets (ventilator)
De toets wordt voor het instellen van de ventilatorstand in de volgende cyclus gebruikt:
automatisch (AUTO), laag,
Opmerking:
Tijdens de bedrijfsmodus automatische ventilatorstand stelt de airconditioner de
ventilatorstand automatisch volgens de fabrieksinstelling in.
In de ontvochtigingsmodus is de lage ventilatorstand ingesteld.
X-FAN-functie (ventilatornaloop/ vocht uitblazen):
Wanneer de toets voor de ventilatorstand in de koel- of ontvochtigingsmodus 2 seconden
wordt ingedrukt, verschijnt de indicator
ventilator enkele minuten draaien om de binnenkant van het apparaat te drogen. Na het
aansluiten van de voeding is de X-FAN-functie standaard uitgeschakeld. De X-FAN-functie
kan niet voor de bedrijfsmodi Automatisch, Ventilator- of Verwarmen worden gebruikt.
Met deze functie kan het vocht uit de verdamper van de binnenunit worden verwijderd nadat
de unit is uitgeschakeld om schimmelgroei te voorkomen.
– X-FAN-functie ingeschakeld: Na het uitschakelen van het apparaat met de ON/OFF-toets
blijft de ventilator van de binnenunit enkele minuten in de lage ventilatorstand draaien.
Gedurende deze tijd kan de ventilator van de binnenunit direct worden gestopt door de
toets voor de ventilatorstand gedurende 2 seconden in te drukken.
– X-FAN-functie uitgeschakeld: Na het uitschakelen van het apparaat door drukken op de
ON/OFF-toets wordt het gehele apparaat direct uitgeschakeld.
4
SWING-toets (uitgeblazen lucht naar boven/beneden afbuigen)
Door op de toets te drukken, kan de hoek voor de uitgeblazen lucht naar boven/beneden
worden ingesteld. De hoek voor de uitblaaslucht kan cyclisch als volgt worden ingesteld:
(de horizontale lamel staat in de actuele positie)
Als u
selecteert, wordt de richting van de lucht uit de airconditioner automatisch geregeld.
De horizontale luchtafbuigingslamellen zwenken automatisch op en neer binnen het volledige
hoekbereik.
Als u
ingestelde richting uitgeblazen. De horizontale luchtafbuigingslamellen blijven in de
vastgelegde stand staan.
, middel
en hoog
, en na het uitschakelen van het apparaat, blijft de
Geen indicatie
selecteert, wordt de lucht uit de airconditioner alleen in de
12
.