1.3 Veiligheidsaanwijzingen
WAARSCHUWING:
Bediening en onderhoud
Dit toestel kan ook gebruikt worden door kinderen van 8 jaar en ouder of door personen met
verminderde fysieke, zintuiglijke of mentale capaciteiten of met onvoldoende ervaring of
kennis, indien zij onder toezicht staan of indien zij geïnstrueerd zijn in het veilig gebruik van
het toestel en zich bewust zijn van de mogelijke gevaren.
Kinderen mogen niet met het apparaat spelen.
Kinderen mogen het toestel niet zonder toezicht schoonmaken of onderhouden.
Gebruik geen verlengsnoeren of meervoudige stopcontacten om de airconditioner op het
lichtnet aan te sluiten. Anders bestaat brandgevaar.
Voordat u de airconditioner reinigt, moet u deze loskoppelen van de stroomtoevoer. Anders
bestaat gevaar voor een elektrische schok.
In geval van schade moet de netaansluitkabel worden vervangen door de fabrikant,
geautoriseerd onderhoudspersoneel of een gekwalificeerd persoon om mogelijke risico's tot
een minimum te beperken.
Reinig de airconditioner niet met water, anders bestaat gevaar voor een elektrische schok.
Besproei de binnenunit niet met water. Anders bestaat het risico van een elektrische schok of
beschadiging van het toestel.
Raak na het wegnemen van het luchtfilter de lamellen van de warmtewisselaar niet aan, om
letsel door scherpe randen te voorkomen.
Droog het luchtfilter niet met vlammen of een haardroger om vervorming of brand te
voorkomen.
Het onderhoud moet door gekwalificeerd personeel worden uitgevoerd. Anders kan er
persoonlijk letsel of materiële schade ontstaan.
Repareer de airconditioner niet zelf. Anders bestaat het risico van een elektrische schok of
beschadiging van het toestel. Als de airconditioner gerepareerd moet worden, bel dan de
dealer.
Steek geen vingers of voorwerpen in de luchtinlaat- of -uitlaatopeningen. Anders kunnen
personen gewond raken of kan het toestel beschadigd raken.
Blokkeer de luchtinlaat of luchtuitlaat niet. Anders bestaat gevaar voor storingen.
Bescherm de afstandsbediening tegen water, anders kan deze worden beschadigd.
In geval van een van de volgende omstandigheden moet de airconditioner onmiddellijk
worden uitgeschakeld en van het stroomnet worden losgekoppeld. Laat het apparaat
vervolgens door uw dealer of een erkende klantenservice repareren.
– Oververhitting of beschadiging van de netaansluitkabel.
– Abnormale bedrijfsgeluiden.
– Veelvuldig uitschakelen door de beveiligingsautomaat.
– Brandlucht uit de airconditioner.
– Koudemiddel lekt uit de binnenunit.
4