8.
8. Druk op de knop OK.
9.
9. Gebruik de knop
te selecteren en druk daarna op de knop OK.
Opmerking
• Een
•
(sterretje) op het LCD-scherm geeft de huidige instelling aan.
10.
10. Gebruik de knop
OK.
Volg de aanwijzingen van meldingen op het scherm om de papiergegevens op te slaan.
Opmerking
• Om onjuiste afdrukken te voorkomen, biedt deze printer een functie die detecteert of de gegevens
•
die zijn ingesteld voor het geplaatste papier, overeenkomen met de papierinstellingen. Selecteer de
papierinstellingen in overeenstemming met de papiergegevens voordat u gaat afdrukken. Als deze
functie is ingeschakeld, wordt een foutbericht weergegeven als deze instellingen niet overeenkomen
om zo onjuiste afdrukken te voorkomen. Als dit foutbericht wordt weergegeven, controleert en corrigeert
u de papierinstellingen.
of
om het formaat van de geplaatste enveloppen in de voorste lade
om Envelop (Envelope) te selecteren en druk daarna op de knop
71