Cijfers, letters en symbolen invoeren
Gebruik de numerieke toetsen om informatie in te voeren of te wijzigen, zoals een toestelnaam, de naam
van een ontvanger voor het telefoonboek en dergelijke.
De invoermodus wijzigen
Telkens wanneer u op de knop Toon (Tone) drukt, wordt de invoermodus gewijzigd.
De actieve invoermodus wordt weergegeven in de rechterbovenhoek van het LCD.
Opmerking
•
• Alleen cijfers en symbolen die beschikbaar zijn voor het type informatie dat u invoert, zoals cijfers
voor de invoer van telefoon- of faxnummers, worden weergegeven.
Cijfers, letters en symbolen invoeren
Druk op de knop Toon (Tone) om een andere invoermodus te kiezen.
Gebruik de numerieke toetsen om de gewenste tekens in te voeren.
•
• Een spatie invoegen
Druk vijfmaal op de knop
•
• Het laatst ingevoerde teken verwijderen
Druk op de knop Terug (Back).
Ingevoerde cijfers, letters en symbolen bewerken
Druk op de knop
• Een spatie invoegen
•
Druk vijfmaal op de knop
• Een teken invoegen
•
Plaats de cursor onder het teken rechts naast de invoegpositie en voer vervolgens het teken in. Het
teken bij de cursor wordt naar rechts verplaatst en het nieuwe teken wordt ingevoegd.
•
• Een teken verwijderen
Plaats de cursor onder het teken en druk op de knop Terug (Back).
.
of
om de cursor te verplaatsen naar de positie waar u de tekst wilt bewerken.
.
157