1. Selecteer een fax-/telefoonnummer en druk op de knop OK.
1.
Het fax-/telefoonnummer dat is geselecteerd in de uitgaande oproepenlogboeken wordt
weergegeven.
2. Controleer het fax-/telefoonnummer en druk op de knop OK.
2.
Het fax-/telefoonnummer wordt geregistreerd op de printer en het scherm voor het invoeren
van de naam van de ontvanger wordt weergegeven.
• Via inkomend log (From incoming log) is geselecteerd als registratiemethode:
•
Het scherm om het fax-/telefoonnummer of de naam te selecteren in de ontvangen
oproepenlogboeken, wordt weergegeven.
1.
1. Selecteer een fax-/telefoonnummer of een naam en druk op de knop OK.
Het fax-/telefoonnummer dat is geselecteerd in de ontvangen oproepenlogboeken wordt
weergegeven.
2.
2. Controleer het fax-/telefoonnummer en druk op de knop OK.
Het fax-/telefoonnummer wordt geregistreerd op de printer en het scherm voor het invoeren
van de naam van de ontvanger wordt weergegeven.
Opmerking
•
• Deze registratiemethode is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van het land of de regio van
aankoop.
• Direct invoeren (Enter directly) is geselecteerd als registratiemethode:
•
Het scherm voor het invoeren van het fax-/telefoonnummer wordt weergegeven.
1. Voer met de numerieke toetsen het fax-/telefoonnummer in dat u wilt registreren.
1.
2. Druk op de knop OK.
2.
Het fax-/telefoonnummer wordt geregistreerd op de printer en het scherm voor het invoeren
van de naam van de ontvanger wordt weergegeven.
Opmerking
•
• U kunt voor het fax-/telefoonnummer maximaal 60 tekens (40 tekens in de VS, Canada,
Korea en sommige regio´s van Latijns-Amerika) inclusief spaties invoeren.
Cijfers, letters en symbolen invoeren
• Druk tweemaal op de knop
•
• Als Type telefoonlijn (Telephone line type) in Gebruikersinst. fax (Fax user settings)
•
onder Faxinstellingen (Fax settings) is ingesteld op Pulskiezen (Rotary pulse), kunt u
een toon (T) invoeren door te drukken op de knop Toon (Tone).
om een pauze in te voeren.
260