Inhoudsopgave
Advertenties
7.6
BeTrac 1 AGV automatisch rijden (inductietechniek)
Voor het automatisch rijden van de BeTrac 1 AGV op het inductietraject moeten de volgende
stappen worden doorlopen:
1. Manoeuvreer de BeTrac 1 AGV handmatig (7.5) in de juiste richting op het inductie
traject totdat 1x piep gegeven wordt en de groene lamp snel gaat knipperen. De
antenne is nu boven de inductiedraad, de BeTrac 1 AGV mag in de lengterichting
maximaal in een hoek van 30 graden staan t.o.v. het inductietraject. Zorg dat er geen
obstakels op het traject aanwezig zijn.
2. Start het automatisch rijden door de groene knop in te drukken, groene lamp gaat
langzaam knipperen (automaat gestart!).
3. Het stuurwiel zal de middenpositie van de inductiedraad zoeken.
4. De BeTrac 1 AGV geeft 5x piep signaal en rijdt de eerste 30cm langzaam, daarna volgt
de normale snelheid voor het automatisch rijden.
5. Tijdens het inductie rijden zal de BeTrac 1 AGV iedere 1,5 sec. een piep geven en zal
de flitslamp actief zijn.
7.7
Stoppen van het automatisch rijden
De BeTrac 1 AGV kan op meerdere manieren stoppen met automatisch rijden:
1. Stoppen "pauze" door groene start auto knop,
2. Drukknop vrijgave rijden, lamp brand 2 sec. continu, valt dan terug in snel knipperen
indien hielbediening is losgelaten en nog niet handbediend weggereden is van de
inductie draad.
3. Rem pedaal genereert "pauze", de lamp knippert snel
4. Richting keuze (gas handel) genereert "pauze", de lamp knippert snel
5. Stoppen op de afstandsensor (zie onderstaande afbeelding), de ingestelde afstand van
de afstandsensor zorgt dat de BeTrac 1 AGV afremt en uiteindelijk stopt, de groene
lamp blijft langzaam knipperen (automaat gestart en nog actief).
6. Indrukken van de noodstop of stopbumper. De BeTrac 1 AGV ziet de bediening van de
bumper als een noodstop waarna de groene lamp uitgaat (automaat gestopt). Met de
groene knop kan weer worden gestart (blijven indrukken totdat bumper gedeactiveerd
is, zie ook 7.11: Opstarten nadat bumper bediend is), waarna vanuit de handmatige
mode verdere acties kunnen worden gestart.
7. Stoppen op een stoppositie. In het traject kunnen op diverse plaatsen stopposities
voorkomen. Dit kan door een stopmarkering (tag.) Het besturingssysteem dat het
traject bewaakt zorgt dat de BeTrac 1 AGV stopt en weer gaat rijden in combinatie met
een akoestisch signaal.
7.8
Gebruik van afstandsensor
De afstandsensor heeft 2 sensorgebieden. Gebied 2 zorgt dat de BeTrac 1 AGV langzaam
gaat rijden. Gebied 1 zorgt dat de BeTrac 1 AGV stopt. De afstelling van de twee gebieden is
afhankelijk van de omgeving. De afstelling van de twee sensorgebieden moet altijd door een
gekwalificeerd persoon uitgevoerd worden.
Figuur 9: De afstandsensor en afstelgebieden
Oorspronkelijke gebruiksaanwijzing (V7-NL)
1
BeTrac 1 AGV
2
24 / 44
Advertenties
Inhoudsopgave
