4
Sluit de universeellader.
Afdruk- en wachtstandtaken
Wanneer u een afdruktaak naar de printer verzendt, kunt u in het stuurprogramma opgeven dat de
taak in het printergeheugen in de wachtstand moet worden gezet. Als u de afdruktaak daadwerkelijk
wilt uitvoeren, moet u op de printer via de menu's van het bedieningspaneel opgeven welke
wachtstandtaak (dit kan een bewaarde opdracht of een vertrouwelijke/beveiligde opdracht zijn) u wilt
uitvoeren.
Wachtstandtaken afdrukken en verwijderen
Wanneer wachtstandtaken eenmaal zijn opgeslagen in het printergeheugen, kunt u via het
bedieningspaneel opgeven wat u met een of meer van deze taken wilt doen. In het menu Taak
selecteert u Opdr. vertrouwel. of Taken in wacht (herhaalde, gereserveerde en gecontroleerde
afdruktaken). Als u Opdr.vertrouwel. selecteert, moet u de PIN-code (persoonlijk
identificatienummer) invoeren die u in het stuurprogramma hebt opgegeven toen u de taak verzond.
Zie
Beveiligde takenafdrukken
Zowel voor het menu-item Opdr.vertrouwel. als voor het menu-item Taken in wacht kunt u kiezen uit
vijf opties:
•
Alle opdr.afdr.
•
Opdr.afdrukken
•
Alle opdr. verw.
•
Opdracht verw.
•
Aantal afdrukken
Afdrukken
voor meer informatie.
Afdruk- en wachtstandtaken
25