0 2 V E I L I G H E I D S N O R M E N
Op het frame van uw fiets zit een sticker die aangeeft aan welke veiligheidsnorm uw fiets voldoet. Afhankelijk van het
type fiets is dat een van de volgende normen:
Kinderfietsen: ISO 8098
•
Toerisme-, berg-, race- en jeugdfietsen: ISO 4210
•
Fietsen met trapondersteuning: EN 15194
•
BMX-fietsen: EN 16054
•
I S O 8 0 9 8 : K I N D E R F I E T S E N
Deze internationale norm specificeert testmethoden, veiligheidseisen en prestaties met betrekking tot het ontwerp,
de assemblage en het testen van kinderfietsen en hun onderdelen. Er staan ook richtlijnen in voor het gebruik en
onderhoud ervan.
Deze norm is van toepassing op fietsen met een maximale zadelhoogte van meer dan 425 mm en minder dan 635 mm,
die worden aangedreven door een op het achterwiel overgebrachte kracht.
Deze norm geldt niet voor speciale fietsen die bestemd zijn voor stunts uitgevoerd door specialisten (bijv. BMX-fietsen).
I S O 4 2 1 0 : T O E R I S M E - , J E U G D - , B E R G - E N R A C E F I E T S E N
Deze internationale norm specificeert de testmethoden, veiligheidseisen en prestaties met betrekking tot het ontwerp,
de assemblage en het testen van fietsen en onderdelen daarvan, waarvan de zadelhoogte is zoals aangegeven in de
bijgevoegde tabel.
Deze norm is niet van toepassing op speciale soorten fietsen, zoals bakfietsen, speciale fietsen bestemd voor stunts
uitgevoerd door specialisten, tandems, BMX-fietsen en fietsen die zijn aangewezen en uitgerust voor gebruik in zware
wedstrijden.
E N 1 5 1 9 4 : F I E T S E N M E T T R A P O N D E R S T E U N I N G
Deze norm is bedoeld voor fietsen met trapondersteuning met een maximaal continu vermogen van 0,25 kW dat
geleidelijk wordt verlaagd naarmate de snelheid dichter bij 25 km/h komt, of eerder als de fietser stopt met trappen.
Deze norm specificeert testmethoden, veiligheidseisen en prestaties met betrekking tot het ontwerp, de assemblage en
het testen van fietsen met trapondersteuning met systemen die gebruik maken van een accuspanning tot 48 VDC en een
acculader met een ingang van 230 V. De norm voorziet ook in eisen en testmethoden voor motormanagementsystemen
en elektrische circuits met inbegrip van het laadsysteem.
0 2 V E I L I G H E I D S N O R M E N
0 3 G E B R U I K S V O O R W A A R D E N
Elke categorie fietsen is ontwikkeld voor gebruik onder bepaalde gebruiksomstandigheden. Niet-naleving van deze
gebruiksvoorwaarden kan leiden tot ongevallen en schade die niet door de garantie worden gedekt. In de handleiding
van het betreffende model kunt u de gebruiksvoorwaarden van die fiets raadplegen.
De verschillende categorieën fietsen en de gebruiksvoorwaarden die voor elk van hen van toepassing zijn, worden hieronder
uiteengezet::
S T A D S F I E T S
Stadsfietsen zijn uitsluitend ontwikkeld voor gewoon wegverkeer. Ze zijn ontwikkeld voor gebruik op fietspaden,
verharde wegen of zelfs op onverharde wegen zonder oneffenheden die in goede staat verkeren.
R A C E F I E T S
Racefietsen zijn ontworpen voor gebruik op verharde wegen. Hierbij moeten de wielen te allen tijde contact houden
met het wegdek.
S P O R T F I E T S
Sportfietsen, voor gemengd gebruik in de bergen, op de baan en op asfalt.
T R A I L
Trail-mountainbikes zijn ontwikkeld voor gebruik op moeilijk berijdbare paden, onverharde wegen en moeilijk,
niet opgeknapt terrein waarvoor technische vaardigheden nodig zijn. Sprongen en dalingen mogen niet groter dan
61 cm zijn..
E N D U R O
Enduro-mountainbikes zijn ontwikkeld om op zeer moeilijk terrein te rijden en met sprongen hoger dan 61 cm.
Als de fiets voor kinderen is bestemd, moeten de gebruiksomstandigheden op elk moment door een
volwassene in de gaten worden gehouden.
Denk eraan dat u, ondanks het gebruik van een fiets binnen de gebruiksomstandigheden waarvoor deze is
ontworpen, altijd de juiste beschermingsmiddelen moet dragen, zoals een helm en een veiligheidsbril. Voer
daarnaast altijd vóór vertrek ook de voornaamste veiligheidscontroles uit.
Hoe groter de materiaalmoeheid van de componenten, des te korter zal de levensduur ervan zijn. Factoren
zoals het totale gewicht dat door de fiets wordt gedragen, de gebruiksfrequentie en de lengte van de rit zijn
rechtstreeks van invloed op de levensduur van de fiets.
A L G E M E N E H A N D L E I D I N G
BH
4