Surround-modi*:
D.CLUB:
Versterkt resonantie en bassen.
HALL:
Voegt diepte en helderheid toe aan het geluid.
STADIUM: Voegt helderheid toe en verspreidt het geluid,
zoals in een openluchtstadion.
SEA-modi:
ROCK:
Versterkt lage en hoge frequenties. Geschikt
voor akoestische muziek.
POP:
Geschikt voor vocale muziek.
CLASSIC: Geschikt voor klassieke muziek.
Handmatige modi:
MANUAL1/2/3:
Uw eigen in het geheugen opgeslagen
geluidsmodus. Zie "Uw eigen geluidsmodus
maken — Handmatige modus".
OFF:
Annuleert de geluidsmodus.
* Surround-elementen worden aan de SEA-elementen toegevoegd
om het gevoel te creëren dat u er zelf bij bent. Wanneer een van
deze modi is geselecteerd, wordt de SOUND MODE-indicatie
verlicht als —
SOUND MODE
Wanneer een van de SEA-modi inclusief de handmatige modus
(SEA-elementen zonder surround-elementen) is geselecteerd,
wordt deze verlicht als —
SOUND MODE
Tijdens het gebruik van een van de omgevingsmodi
U kunt de geluidssterkte van de achterluidsprekers alleen
aanpassen als de achterluidsprekers zijn aangesloten. Als u de
geluidssterkte van de achterluidsprekers voor de
verschillende omgevingsmodi aanpast, wordt deze
aangepaste sterkte opgeslagen in het geheugen.
• U kunt de sterkte van de linker- en de
rechterachterluidspreker niet afzonderlijk instellen.
ALLEEN op de afstandsbediening:
1
Druk op SHIFT en houd deze knop
ingedrukt.
2
Druk op de knop REAR LEVEL – / +.
• Als u op REAR LEVEL – drukt, wordt
het geluid zachter (van +10 tot –10).
• Als u op REAR LEVEL + drukt, wordt
het geluid harder (van –10 tot +10).
3
Laat SHIFT los.
Uw eigen geluidsmodus maken
— Handmatige modus
U kunt SEA-patronen volgens uw eigen voorkeur wijzigen.
Deze gewijzigde instellingen kunnen worden opgeslagen in
de modi MANUAL 1, 2 en 3.
• Voor de volgende stappen geldt een tijdslimiet. Als de
instelling wordt geannuleerd voordat u klaar bent, moet u
weer bij stap 1 beginnen.
• Als u omgevingseffecten in uw SEA-patroon wilt
opnemen, selecteert u een van de omgevingsmodi
(D.CLUB, HALL of STADIUM) voordat u onderstaande
procedure volgt.
ALLEEN op het apparaat:
1
Houd SEA CONTROL ingedrukt
totdat "SEA CONT" op de display
wordt weergegeven.
2
Pas het SEA-patroon naar wens aan.
1) Druk op 4 of op ¢ om het
aan te passen frequentiebereik
te selecteren (LOW, MID, HIGH).
2) Druk op 1 of op ¡ om het
niveau bij te stellen (–3 tot +3)
van het geselecteerde
frequentiebereik.
3) Herhaal stap 1) en 2) om het niveau van de
overige frequentiebereiken bij te stellen.
3
Druk nogmaals op SEA CONTROL.
SHIFT
4
Druk op 4 of op ¢ om een van de modi
MANUAL 1, 2 of 3 te selecteren waarin u het
SEA-patroon wilt opslaan.
REAR
–
+
LEVEL
5
Druk nogmaals op SEA CONTROL.
De SOUND MODE-indicatie wordt eveneens verlicht.
Het SEA-patroon dat u hebt gemaakt, wordt opgeslagen
in de MANUAL-modus die in de vorige stap is
geselecteerd.
Uw eigen geluidsmodus toepassen
Selecteer MANUAL 1, 2 of 3 wanneer u de geluidsmodi
toepast. Zie "De geluidsmodi selecteren " op pagina 11.
Wanneer u de modi MANUAL 1, 2 of 3 hebt
opgeslagen samen met de omgevingseffecten,
kunt u hiervoor ook het geluidsniveau van de achterluidsprekers
aanpassen. Zie "Tijdens het gebruik van een van de
omgevingsmodi".
– 12 –
Het huidige niveau wordt weergegeven.
SEA CONTROL
SET
PRESET
TUNING
SEA CONTROL
SET
SEA CONTROL
SET