4. Alvorens af te drukken dient u de instellingen bij Media Type
en Ink te controleren, omdat de waarden daarvan veranderd
kunnen zijn onder invloed van de geselecteerde voorinstel-
ling. Zie "Het type afdrukmateriaal opgeven" op pagina 4-4.
Geavanceerde instellingen gebruiken
Geavanceerde instellingen bieden u een volledige controle over het
printgebeuren. Met deze instellingen kunt u nieuwe afdrukideeën
uitproberen of een reeks afdrukinstellingen op uw behoeften af-
stemmen. Eenmaal tevreden over de nieuwe instellingen geeft u ze
een naam en voegt u ze toe aan de lijst Custom settings.
Volg de onderstaande instructies om geavanceerde instellingen
in te geven en op te slaan.
1. Klik in het menu Main op de knop Custom en klik vervolgens
op Advanced. Het volgende dialoogvenster verschijnt:
2. Selecteer bij Media Type het afdrukmateriaal dat u in de
printer hebt geladen. Zie voor meer informatie "Het type
afdrukmateriaal opgeven" op pagina 4-4.
3. Kies in het vak Ink de optie Color of Black.
4. Geef bij Print Quality de gewenste afdrukkwaliteit op.
De printersoftware voor Windows gebruiken
4-9