Verklarende woordenlijst
De onderstaande definities zijn specifiek van toepassing op printers.
afdrukgebied
Het gebied van een pagina waarop de printer kan afdrukken. De marges maken
dat het afdrukgebied kleiner is dan de eigenlijke grootte van de pagina.
afdrukmateriaal
Materiaal waarop gegevens worden afgedrukt, o.a. enveloppen, gewoon papier,
speciaal papier, transparanten etc.
afdrukwachtrij
Als uw printer is aangesloten op een netwerk, worden afdruktaken die niet
onmiddellijk kunnen worden afgehandeld omdat de printer bezet is, in een
wachtrij geplaatst.
ASCII
American Standard Code for Information Interchange. Een gestandaardiseerde
wijze voor het toekennen van numerieke codes aan tekens en besturingscodes.
banding
De horizontale strepen die soms verschijnen bij het afdrukken van grafische
elementen. Een effect dat optreedt als de terugloop van de printkop slecht is
uitgelijnd. Zie ook MicroWeave.
bit
Een binair getal (0 of 1). De kleinste eenheid van informatie die door een printer
of een computer wordt gebruikt.
buffer
Gedeelte van het systeem waar elektronische gegevens worden opgeslagen
alvorens ze worden afgedrukt.
byte
Een groep van 8 bits die door de computer als een eenheid verwerkt wordt.
cartridge
Bevat de inkt waarmee de printer afdrukken maakt.
characters per inch (cpi)
Een maateenheid om de grootte van lettertekens aan te duiden.
CMYK
Cyaan (blauwgroen), magenta, geel, en zwart. Met deze kleuren wordt een heel
gamma kleuren afgedrukt dat behoort tot het subtractieve systeem.
1
Verklarende woordenlijst