ONGELDIGE CARTR.
ONJUISTE CARTR.
PLAATS CARTRIDGE
GEEN CARTRIDGE
OND.CASS. VOL
INKTHEND.
OMLAAG
L.INKTHEND. OML.
R.INKTHEND. OML.
BOV. KAP OPEN
LAAD PAPIER
Er is een verkeerd type
cartridge geïnstalleerd.
Geïnstalleerde cartridge
kan niet worden gebruikt
in deze printer.
Er heeft zich een fout
voorgedaan bij het lezen
of schrijven van gegevens.
Er is geen cartridge
geïnstalleerd of de
inkthendel is ontgrendeld.
De onderhoudscassette is
vol.
Beide inkthendels zijn
ontgrendeld.
De inkthendel van het
linkercompartiment staat
omhoog.
De inkthendel van het
rechtercompartiment
staat omhoog.
De kap is open.
De papierhendel is
ontgrendeld.
Verwijder de cartridge
en installeer een
cartridge met de juiste
productcode. Zie
"Verbruiksartikelen" op
pagina 332.
Verwijder de cartridge
en installeer de juiste
cartridge voor deze
printer. Zie
"Verbruiksartikelen" op
pagina 332.
Verwijder de cartridge
en installeer deze
opnieuw. Als dit bericht
ook na het opnieuw
installeren van de
cartridge verschijnt,
vervangt u de cartridge
door een nieuw
exemplaar. Zie
"Cartridges vervangen"
op pagina 229.
Installeer een cartridge
of vergrendel de
inkthendel (omlaag
schuiven).
Vervang de
onderhoudscassette
door een nieuwe. Zie "De
onderhoudscassette
vervangen" op
pagina 242.
Breng de inkthendels
omlaag.
Breng de inkthendel van
het linkercompartiment
omlaag.
Breng de inkthendel van
het
rechtercompartiment
omlaag.
Sluit de bovenkap.
Vergrendel de
papierhendel.
Problemen oplossen
263