4.7 Record-functie
•
In de auto-modus drukt u op de REC-knop (9), om een opname van meetwaarden te starten.
•
Er kunnen max. 60 meetwaarden opgeslagen worden.
•
Druk nogmaals op de REC-knop (9), om de opname te pauzeren.
4.8 Meetinterval in de recordmodus
•
Houd de REC-knop (9) ingedrukt en schakel tegelijkertijd het apparaat in, om de opname-
interval van de REC-modus in te stellen.
•
Druk, terwijl u de REC-knop (9) ingedrukt houdt, op de lichtknop (5) om de intervaltijd te
verlagen, of op de auto-knop om deze te verhogen.
•
U kunt de opname-interval instellen op een tijd tussen 1 en 99 sec.
4.9 Batterij
•
Wanneer het niet lukt om het meetapparaat in te schakelen, of het batterijsymbool aangeeft
dat de batterijstand laag is, dient u de batterij zo snel mogelijk te vervangen.
•
Hiervoor drukt op het pijlsymbool van het batterijvak en schuift deze naar beneden. Na het
plaatsen van een nieuwe batterij sluit u het klepje weer. Let bij het plaatsen op de juiste
polariteit.
GEBRUIKSAANWIJZING
Toerentalmeter PCE-DT 50
7