BWP 30HS - BWP 30HSD
Warmtepomp temperatuurregeling
De temperatuurcontrole in de warmwaterboiler en de regeling
voor
compressorwerking
besturingselektronica. Elektronische voelers registreren de
watertemperatuur; deze wordt afhankelijk van de ingestelde
waarde
geregeld.
De
instelling
temperatuurniveau
(gewenste
toetsenbord op het besturingspaneel.
Temperatuur luchtinlaat
De op de regeling aangesloten voeler registreert de temperatuur
in de sanitair-water-warmtepomp direct voor de verdamper
(temperatuur
van
de
aangezogen
temperatuur tot onder de vast ingestelde schakelwaarde
(8 ±1,5 °C, terugschakelwaarde 2 K, vertraging 30 min.) daalt,
wordt voor de bereiding van sanitair warm water automatisch van
warmtepomp naar verwarmingselement overgeschakeld. Bij de
versie BWP 30HS wordt onder 8 °C na een bepaalde looptijd
een ontdooiing van de verdamper uitgevoerd. Onder een
temperatuur van -8 °C wordt hier van warmtepomp naar
verwarmingselement overgeschakeld.
2.4 Temperatuurvoeler
2.4.1 Inbouwpositie temperatuurvoeler
R1
Voeler temperatuur luchtinlaat (geïntegreerd)
R3
Voeler opslagtemperatuur
warmtepompwerking (geïntegreerd)
R5
Voeler hernieuwbaar in de accumulator (geïntegreerd)
R10 Voeler stop ontdooiing
(alleen in BWP 30HSD geïntegreerd;
BWP 30HS zonder R10)
R13 Voeler hernieuwbaar PT 1000 in de collector (optioneel)
NL-4
worden
uitgevoerd
door
van
het
gewenste
waarde)
gebeurt
via
lucht).
Wanneer
451903.66.11 · FD 9204
2.4.2 Meetwaarden temperatuurvoeler
Meetwaarden NTC 10 voelers (R1, R3, R5, R10)
de
-20
Temperatuur in °C
NTC-10 in kΩ
67,7
het
15
20
25
14,9
12,1
10,0
Meetwaarden PT 1000 voeler (R13)
Temperatuur
-30 -20 -10
in °C
de
PT 1000 in kΩ
0,882 0,022 0,961
60
70
80
90 100 110 120 130 140 150 160
1,232 1,271 1,309 1,347 1,385 1,423 1,461 1,498 1,536 1,573 1,611
3
Opslag en transport
3.1 Algemeen
De sanitair-water-warmtepomp dient altijd verpakt en rechtop
zonder watervulling opgeslagen resp. getransporteerd te
worden. Over korte afstanden mag het toestel schuin liggend t/m
45° voorzichtig getransporteerd worden. Bij het transport alsook
bij de opslag zijn omgevingstemperaturen van -20 tot +60 °C
toegestaan.
3.2 Transport met een
vorkheftruck (of
handpalletwagen)
Voor het transport met een vorkheftruck moet de sanitair-water-
warmtepomp op de pallet gemonteerd blijven. De hefsnelheid
dient laag gehouden te worden. Door het hoge zwaartepunt
moet de sanitair-water-warmtepomp tegen omvallen beveiligd
worden. Om schade te voorkomen, moet de sanitair-water-
warmtepomp op een effen oppervlak worden geplaatst.
3.3 Handmatig transport
Bij handmatig transport kan het toestel aan de houten pallet
gedragen worden. Met touwen of draagriemen (deze kunnen om
de opslagommanteling gelegd en op de waterbuisnippels
worden gefixeerd, hiervoor moet de kunststof voorplaat worden
verwijderd) kan er een tweede of derde draagpositie worden
gevonden. Let bij deze methode van transport (ook bij het
transport met een steekwagen) erop, dat de max. toegestane
schuine positie van 45° niet overschreden wordt (zie afbeelding).
-15
-10
-5
0
53,4
42,3
33,9
27,3
30
35
40
45
50
8,4
7,0
5,9
5,0
4,2
0
10
20
30
1,00
1,039 1,078 1,117 1,155 1,194
www.dimplex.de
5
10
22,1
18,0
55
60
3,6
3,1
40
50