2
Beschrijving
2.1 Algemeen
De
sanitair-water-warmtepomp
verwarmingstoestel
en
bestaat
warmwaterboiler, de componenten van de koelmiddel-, lucht- en
waterkring evenals alle besturings-, regel- en controle-
inrichtingen, die voor automatische operatie noodzakelijk zijn.
De sanitair-water-warmtepomp gebruikt, gevoed met elektrische
energie, de warmte van de aangezogen lucht voor de bereiding
van sanitair warm water. De interne warmtewisselaar is geschikt
om te worden aangesloten op een additionele warmtebron, zoals
een verwarmingsketel of een zonne-energiesysteem. De
toestellen zijn standaard uitgerust met een elektrische
flensverwarming (1,5 kW).
De temperatuur van de aangezogen lucht van de warmtebron en
de
warmwatertemperatuur
energiebehoefte en de opwarmduur van de bereiding van
sanitair warm water.
Om deze reden kan voor een doelgerichte afvalwarmtebenutting
een luchtkanaalsysteem (DN 160, max. lengte 10 m) op de
standaardflens van de sanitair-water-warmtepomp aangesloten
worden. Voor een doelmatige werking van de warmtepomp is het
belangrijk dat er geen luchtkortsluiting tussen de aangezogen en
uitgeblazen lucht plaatsvindt. Dit kan bijvoorbeeld met een
flexibele luchtslang aan de inlaat- en uitlaatzijde bereikt worden.
Wanneer de temperatuur van de afvoerlucht daalt, neemt het
verwarmingsvermogen van de warmtepomp af en wordt de
opwarmduur langer. Voor een efficiënte werking mag de
temperatuur van de aangezogen lucht niet lager dan 15 °C zijn.
De flensverwarming heeft vier functies:
Hulpverwarming
Door het inschakelen van de flensverwarming naast de
warmtepomp wordt de opwarmduur met ca. de helft verkort.
Vorstbeveiliging
Als de temperatuur luchtinlaat bij de versie BWP 30HS lager
wordt dan 8 ±1,5 °C, wordt de flensverwarming automatisch
ingeschakeld en verwarmt deze het water (nominaal) tot de
ingestelde gewenste warmwatertemperatuur.
Bij de versie BWP 30HSD wordt onder -8 °C ± 1,5 °C de
flensverwarming
automatisch
warmtepompwerking uitgeschakeld. Onder een temperatuur
van 8 °C wordt de flensverwarming ingeschakeld wanneer
de ingestelde temperatuur na een periode van 8 uur niet is
bereikt. Deze functie is niet actief wanneer door een tweede
warmtebron
het
sanitair
warmtewisselaar wordt verhit.
Noodverwarming
Bij
een
storing
in
warmwatervoorziening door de flensverwarming in stand
worden gehouden.
Thermische desinfectie
Op het toetsenbord van het bedieningspaneel kunnen in het
menu Thermische desinfectie watertemperaturen hoger dan
60 °C
(tot
65 °C)
worden
temperaturen worden boven 60 °C door de flensverwarming
bereikt. Voor het bereiken van hogere temperaturen moet
de stelschroef (Hoofdstuk 2.3 op pag. 3) aan de behuizing
van de temperatuurregelaar tegen de rechter aanslag
worden ingesteld.
www.dimplex.de
is
een
aansluitklaar
hoofdzakelijk
uit
de
zijn
beslissend
voor
de
ingeschakeld
en
de
water
via
de
interne
de
warmtepomp
kan
de
geprogrammeerd.
Deze
451903.66.11 · FD 9204
OPMERKING
Bij een warmwatertemperatuur > 60 °C wordt de warmtepomp
uitgeschakeld en de bereiding van sanitair warm water gebeurt alleen
door de flensverwarming. De regelaar voor het verwarmingselement is in
de fabriek op 65 °C ingesteld.
2.2 Koelmiddelkring (werkwijze
van de warmtepomp)
De koelmiddelkring is een gesloten systeem met het koelmiddel
R134a als energiedrager. In de lamellenwarmtewisselaar wordt
bij een lage verdampingstemperatuur de warmte aan de
aangezogen lucht onttrokken en aan het koelmiddel toegevoegd.
Het dampvormige koelmiddel wordt door een compressor
aangezogen, op een hoger druk- en temperatuurniveau
samengeperst
en
vervolgens
getransporteerd, waar de door de verdamper opgenomen
warmte en een gedeelte van de opgenomen compressorenergie
aan het water afgegeven wordt. Vervolgens wordt de hoge
condensatiedruk met een regelorgaan (expansieventiel) tot op
de verdampingsdruk ontspannen en het koelmiddel kan in de
verdamper weer warmte uit de aangezogen lucht opnemen.
2.3 Veiligheids- en
besturingsinrichtingen
De
sanitair-water-warmtepomp
veiligheidsinrichtingen voorzien:
Hogedrukpressostaat (HD)
De hogedrukpressostaat beschermt de warmtepomp tegen een
ontoelaatbaar hoge werkdruk in de koelmiddelkring. In geval van
storing schakelt de pressostaat de warmtepomp uit. Na verlaging
van de druk in de koelmiddelkring wordt de warmtepomp
automatisch weer ingeschakeld.
Veiligheidstemperatuurbegrenzer voor
flensverwarming (VTB)
De VTB beveiligt de warmwaterinstallatie tegen ontoelaatbaar
hoge temperaturen.
Bij een overschrijding van de ingestelde schakelwaarde (99 °C)
wordt de flensverwarming uitgeschakeld.
De flensverwarming kan pas weer worden ingeschakeld,
wanneer de warmwatertemperatuur naar ≤ 90 °C is gedaald en
vervolgens de resetknop (zie afb.) op de VTB wordt ingedrukt (dit
mag uitsluitend door vakkundige personen worden uitgevoerd!).
De sanitair-water-warmtepomp is verder voorzien van de
volgende regelings- en besturingselementen:
BWP 30HS - BWP 30HSD
naar
de
condensor
is
van
de
volgende
NL-3