b. Stand „I-1000 S2":
~
De uitgangsspanning neemt men nu af van Bul en Bul (Bu3 en Bu4 zijn
niet aangesloten).
De schakeling is aangepast aan een belastingsimpedantie van 1000 ohm.
Deze waarde is niet kritisch; afwijkingen van 10 % hebben praktisch
geen invloed op de frequentiekarakteristiek. Bij grotere afwijkingen kan
vervorming van de L.F. spanning optreden.
De uitgangsspanning kan men variëren van 0 tot 25 V met behulp van Rl
en aflezen op de bijbehorende schaal.
Het uitgangscircuit is aangegeven in fig. 8.
Moet de uitgangsspanning asymmetrisch ten opzichte van aarde zijn.
dan zet men Sk2 in de stand „ASYM.". De bus Bul is nu geaard.
Met Sk2 in de stand „SYM." is de spanningleverende wikkeling van de
uitgangstransformator nergens met aarde verbonden. Bul of Bul mag
men nu aan aarde leggen.
Bij aansluiting van een symmetrische belasting ten opzichte van aarde is
over Bul en Bul een gebalanceerde spanning aanwezig. Desgewenst kan
men de wikkeling opnemen in een circuit dat een vaste potentiaal ten
opzichte van aarde heeft (maximaal 100 V).
Bu~
B u2
as--
5
250
600
1000
Sk~
S k2
Fig. 8
Uitgangsspanning 25 V
~eo~z
,sym.
asym1
IS