Inhoudsopgave
Advertenties
AANSLUITING
Fig. 5
Achterzijde
BEDIENING
Alvorens men het apparaat
met het wisselspanningsnet
verbindt dient de aardklem
onderaan de achterwand, in
fig. 5 gemerkt „ 1- ", goed
te worden geaard.
De verzonken stekerpennen
op de achterwand, gemerkt
„~", worden vervolgens
met behulp van het meege-
leverde netsnoer met het net
verbonden. Sk2 dient hierbij
in de stand „0" te staan.
De plaats van de knoppen en aansluitbussen is aangegeven in fig. 6.
INSCHAKELEN
Het verdient aanbeveling om in verband met het frequentieverloop het
apparaat ongeveer l0 minuten op temperatuur te laten komen, voordat
men metingen gaat verrichten. Sk2 zet men dan in de stand „ASMM."
of „SYlVL" en Skl in de stand „I-II".
IJKEN VAN DE FREQUENTIE
Alvorens men het apparaat gaat gebruiken dient men het eerst te ijken.
Dit geschiedt als volgt:
Skl laat men in de stand „I-lI"staan; Sk2 zet men in de ijkstand („FREQ.").
Daarna draait men de knoppen Cl en C2 rechtsom, totdat ze stuiten.
Gaat men nu aan de instelknop R2 draaien dan zal in een bepaalde stand
het beeld van de elektronenstraalindicator gaan flikkeren. Men draait
R2 nu in de richting, waarbij het flikkeren met steeds groter tussenpozen
12
~
Advertenties
Inhoudsopgave
