Papierformaat en -soort opgeven
Om de afdrukkwaliteit te waarborgen en papierstoringen te vermijden, moet papierformaat en -soort correct zijn
ingesteld overeenkomstig het geplaatste papier.
U kunt instellingen van veelgebruikt papier registreren en onnodige papierinstellingen verbergen om het toepassen
de papierinstellingen te vereenvoudigen.
Nodige instellingen na het plaatsen van het papier
Stel papierformaat en -soort in voor het geplaatste papier.
Het type en formaat papier voor de papierlade instellen(P. 97)
Het instellen van het papier vereenvoudigen
U kunt het papierformaat registreren om het instellen te vereenvoudigen.
Niet-standaard papierformaat (aangepast papier) registreren(P. 99)
Ongebruikte papierformaten verbergen(P. 101)
Basishandelingen
96
975S-02A