8
De spanveer en de
verstelbare stang afstellen
Geen onderdelen vereist
Procedure
1.
Plaats de hefgreep in de bovenste stand.
2.
Meet de afstand tussen het frame van de
tractie-eenheid en de draaibuis, zoals getoond
in
Figuur
18.
Figuur 18
Rechterkant van de machine afgebeeld
1. Meet deze afstand.
Als deze speling niet tussen de 0,06 en 0,18" is,
stel dan de verstelbare stang als volgt af:
A.
Verwijder de bout en de moer waarmee de
stang aan de draaibuis is bevestigd
19).
Figuur 19
1. Kogelgewricht
g003488
(Figuur
g346062
2. Maak de speling kleiner
B.
Draai de kogelverbinding getoond in
19
om de lengte van de stang als volgt te
veranderen:
•
Kort de stang in om het gat te vergroten.
•
Maak de stang langer om het gat te
verkleinen.
C.
Monteer de stang met de bout en de
borgmoer en controleer de speling opnieuw.
D.
Herhaal deze stappen totdat de juiste
speling wordt verkregen.
3.
Om de veerspanning te verhogen draait u de
borgmoeren waarmee de veerstang bevestigd
is vast totdat 6 à 13 mm van de schroefdraad
zichtbaar is
(Figuur
1. 6 tot 13 mm schroefdraad zichtbaar
Opmerking:
heeft een invloed op de hefkracht van het
systeem; hoe langer de boutuiteinden,
hoe gemakkelijker de werktuigenbalk getild
kan worden. Stel de veren zo af dat de
werktuigenbalk op een comfortabele manier
kan worden getild. Hoe groter de druk op de
hulpveer, hoe kleiner de gronddruk van de
werktuigenbalk.
4.
Monteer het rechterwielscherm.
5.
Monteer de achterwielen en verwijder de
kriksteunen van onder de achterkant van de
machine; raadpleeg de Gebruikershandleiding
van uw machine.
10
20).
Figuur 20
De afstelling van de veerstang
Figuur
g003493