SL-D1000 Series Gebruikershandleiding
Hiermee past u het contrast (verschil tussen
donker en licht) van de afbeelding aan.
Bij een verhoging van het contrast worden
heldere delen helderder en donkere delen
donkerder. Bij een verlaging van het contrast
wordt het verschil tussen lichte en donkere
delen kleiner.
❏ Verzadiging
Hiermee past u de verzadiging
(kleurhelderheid) van de afbeelding aan.
Bij een verhoging van de verzadiging worden
kleuren levendiger. Bij een verlaging van de
verzadiging worden de kleuren mat tot deze
bijna grijs zijn.
❏ Cyaan, Magenta, Geel
Verplaats de schuifbalk van elke kleur om de
kleuren aan te passen.
Opmerking:
U kunt de kleuren aanpassen met behulp van de
voorbeeldafbeelding aan de linkerkant van het
scherm.
F
Geef zo nodig nog andere instellingen op en
druk af.
Kleurenbeheer via de
toepassing (geen
kleurenbeheer)
Deze methode gebruikt u bij het afdrukken met
toepassingen die een functie voor kleurenbeheer
hebben. Schakel de instellingen voor kleurenbeheer in
de toepassing in en schakel de
kleuraanpassingsfunctie in het
printerstuurprogramma uit.
Afdrukken met verschillende afdrukfuncties
50
A
Geef de instellingen voor kleurenbeheer via de
toepassing op.
Voorbeeld van Adobe Photoshop 2021
Het scherm Photoshop Print Settings
(Afdrukinstellingen voor Photoshop) wordt
geopend.
Selecteer Color Management
(Kleurenbeheer), selecteer Photoshop
Manages Colors (Photoshop beheert kleuren)
bij Color Handling (Kleurverwerking) en
selecteer vervolgens Printer Profile
(Printerprofiel) en Rendering Intent
(Renderingdoel).
Opmerking:
Als u niet een oorspronkelijk printerprofiel
gebruikt, selecteert u bij Printer Profile
(Printerprofiel) een profiel voor elke gebruikte
papiersoort.