SL-D1000 Series Gebruikershandleiding
❏ Verwijder de rol papier die niet wordt gebruikt uit de aseenheid. Rol het papier goed op en bewaar het in de
oorspronkelijke verpakking. Als u rolpapier lang in de printer laat zitten, gaat de kwaliteit van het papier achteruit.
❏ We raden aan om het rolpapier uit de printer te verwijderen als u losse vellen blijft gebruiken. De achterzijde
van het rolpapier kan vies worden doordat inktnevel in de printer toeneemt en op de achterzijde van het
rolpapier blijft plakken. Laat het rolpapier echter zitten als Instellingen automatische controle
spuitopeningen is ingesteld op Hoge kwaliteit. In dat geval wordt het papier vies omdat er regelmatig
controlepatronen op het rolpapier worden afgedrukt.
Opmerkingen over afdrukken
Zorg dat de voorste rand van het papier loodrecht op de lange zijde staat en volledig recht is geknipt.
Afdrukken bewaren en ophangen
❏ Wrijf en kras niet over de afdrukzijde niet.
❏ Vermijd locaties die blootstaan aan hoge temperaturen, een hoge luchtvochtigheid en direct zonlicht en
bewaar het papier op een donkere plek.
❏ Hang afdrukken niet buiten of in direct zonlicht op. Hierdoor kan het sneller gaan vervagen.
❏ Wanneer u afdrukken binnen ophangt, raden wij aan deze achter glas en dergelijke te plaatsen. Hierdoor kunt
u afdrukken langer tonen zonder dat zij gaan vervagen.
Opmerkingen over de hantering van inkttoevoereenheden
❏ Bewaar de inkttoevoereenheden op kamertemperatuur en buiten direct zonlicht.
❏ Voor behoud van de afdrukkwaliteit is het raadzaam om alle inkt volledig op te gebruiken vóór de vroegste
van de volgende datums:
❏ Houdbaarheidsdatum op de verpakking van de inkttoevoereenheid.
❏ Binnen één jaar na installatie van de inkttoevoereenheid in de printer.
❏ Als u inkttoevoereenheden verplaatst van een koude naar een warme plaats, moet u ze voor gebruik ten
minste drie uur op kamertemperatuur laten komen.
❏ Het inktniveau en andere gegevens worden opgeslagen op de IC-chip, zodat inkttoevoereenheden kunnen
worden gebruikt nadat deze zijn verwijderd en teruggeplaatst.
❏ Bewaar inkttoevoereenheid die zijn verwijderd voordat alle inkt op was zo dat er geen stof op de
inkttoevoerpoorten komt. De inkttoevoerpoort heeft een klepje waardoor een dop niet nodig is.
❏ Bij verwijderde inkttoevoereenheden kan er inkt rond de inkttoevoeropening zitten. Let erop dat u geen
vlekken maakt op het omliggende gebied.
❏ Raak de IC-chip van de inkttoevoereenheid niet aan. Anders drukt de printer mogelijk niet meer naar
behoren af.
❏ Stel inkttoevoereenheden niet bloot aan krachtige schokken, bijvoorbeeld doordat ze vallen. Er kan dan inkt
uit de inkttoevoereenheden lekken.
Vóór het gebruik
22