Als het systeem niet goed werkt en geen van de bovenstaande
storingen in aanmerking komt, volg dan de onderstaande
procedures.
Storing
Indien het systeem
▪ Controleer
helemaal niet werkt.
stroomonderbreking is. Wacht tot de
stroom is hersteld. Als de stroom tijdens
de werking uitvalt, zal het systeem
automatisch herstarten direct nadat de
voedingsspanning is hersteld.
▪ Controleer of er geen zekering is
doorgebrand of een onderbreker in
werking is gesteld. Vervang indien nodig
de zekering of stel de onderbreker terug.
Het systeem werkt,
▪ Controleer of de luchtinlaat of -uitlaat van
maar koelt of verwarmt
de buitenunit of de binnenunit niet
onvoldoende.
geblokkeerd
obstakels
ventilatie.
▪ Controleer of het luchtfilter niet verstopt
is (zie
"12.1.1 Luchtfilter reinigen" op
pagina 16).
▪ Controleer de temperatuurinstelling.
▪ Controleer
ventilatorsnelheid
gebruikersinterface.
▪ Controleer of er geen deuren of ramen
openstaan. Sluit alle deuren en ramen
om
te
binnenkomt.
▪ Controleer of er niet te veel mensen
aanwezig zijn in de kamer tijdens het
koelen. Controleer of de warmtebron in
de kamer niet te groot is.
▪ Controleer
zonlicht in de kamer schijnt. Gebruik
gordijnen of jaloezieën.
▪ Controleer of de luchtstroomhoek goed
is.
Neem contact op met uw installateur als u na controle van alle
bovenstaande punten het probleem niet zelf kunt oplossen. Geef
hem de symptomen door, de volledige modelnaam van de unit (met
indien mogelijk ook het fabricagenummer) en de installatiedatum
(mogelijk vermeld op de garantiekaart).
13.1
Symptomen die geen storingen
van het systeem zijn
De volgende symptomen zijn GEEN storingen van het systeem:
13.1.1
Symptoom: Het systeem werkt niet
▪ De airconditioner start niet meteen nadat u op de AAN/UIT-knop
van de gebruikersinterface drukt. Als het bedrijfslampje brandt, is
toestand van het systeem normaal. Om overbelasting van de
compressormotor te voorkomen, start de airconditioner pas 5
minuten nadat hij werd uitgeschakeld. Deze vertraging wordt ook
toegepast na gebruik van de keuzeknop voor de bedrijfsstand.
▪ Als "Onder gecentraliseerde besturing" op de gebruikersinterface
staat, knippert het display enkele seconden wanneer u op de
werkingstoets drukt. Het knipperende display betekent dat de
gebruikersinterface niet kan worden gebruikt.
▪ Het systeem start niet meteen nadat de voeding is ingeschakeld.
Wacht één minuut tot de microcomputer bedrijfsklaar is.
FCAHG71~140GVEB
Split-systeem airconditioners
4P482867-1 – 2017.03
13.1.2
De ventilatorsnelheid verandert niet wanneer u op de instelknop voor
Maatregel
de ventilatorsnelheid drukt. Wanneer de kamertemperatuur bij het
of
er
geen
verwarmen de ingestelde temperatuur bereikt, valt de buitenunit stil
en gaat de ventilator van de binnenunit over naar fluistersnelheid. Dit
voorkomt dat koude lucht rechtstreeks op de personen in de kamer
wordt geblazen. De ventilatorsnelheid verandert niet wanneer u op
de knop drukt.
13.1.3
De luchtstroomrichting stemt niet overeen met het display van de
gebruikersinterface. De luchtstroomrichting zwenkt niet. Dit komt
doordat de unit door de microcomputer wordt bestuurd.
is.
Verwijder
eventuele
13.1.4
en
zorg
voor
voldoende
▪ Wanneer het vochtgehalte bij het koelen hoog is. Als de
de
instelling
van
de
op
uw
▪ Meteen na het beëindigen van het koelen en bij lage
voorkomen
dat
er
wind
13.1.5
Wanneer het systeem na het ontdooien wordt omgeschakeld op
verwarmen. Het vocht van het ontdooien wordt omgezet in stoom en
wordt uitgeblazen.
of
er
geen
rechtstreeks
13.1.6
De gebruikersinterface wordt gestoord door interferentie van andere
elektrische toestellen. Dit maakt communicatie tussen de units
onmogelijk, en ze worden stilgelegd. De werking wordt automatisch
hervat zodra de interferentie ophoudt.
13.1.7
▪ Een zoevend geluid is hoorbaar onmiddellijk na het inschakelen
▪ Er is een constant "shah" geluid hoorbaar wanneer het systeem
▪ Er is een "pishi-pishi" knarsend geluid hoorbaar wanneer het
13.1.8
▪ Een constant laag sissend geluid is hoorbaar wanneer het
13 Opsporen en verhelpen van storingen
Symptoom: De ventilatorsnelheid stemt
niet overeen met de instelling
Symptoom: De luchtstroomrichting stemt
niet overeen met de instelling
Symptoom: Uit het toestel komt witte rook
(binnenunit)
binnenkant van een binnenunit extreem vuil is, zal de
temperatuurverdeling in de kamer ongelijk zijn. Daarom is het
nodig om de binnenkant van de binnenunit schoon te maken.
Vraag aan uw dealer meer informatie over het schoonmaken van
de unit. Dit is het werk van een erkend servicetechnicus.
kamertemperatuur en laag vochtgehalte. Warm koelgas stroomt
terug in de binnenunit en produceert stoom.
Symptoom: Uit het toestel komt witte rook
(binnenunit, buitenunit)
Symptoom: Op het display van de
gebruikersinterface staat "U4" of "U5", de
unit stopt, en start weer na enkele
minuten
Symptoom: De airconditioners maken
lawaai (binnenunit)
van de voeding. De elektronische expansieklep in een binnenunit
begint te werken en produceert het geluid. Dit zal na ongeveer
één minuut echter afnemen.
koelt of stilstaat. Dit geluid wordt geproduceerd wanneer de
afvoerpomp draait.
systeem stopt na het verwarmen. Dit geluid wordt geproduceerd
door het uitzetten of krimpen van plastic onderdelen door het
temperatuurverschil.
Symptoom: De airconditioners maken
lawaai (binnenunit, buitenunit)
systeem koelt of ontdooit. Dit is het geluid van het koelgas dat
door zowel binnen- als buitenunits stroomt.
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
19