7 Inbedrijfstelling
a
b
c
3
3
3
2
4
2
4
2
1
1
1
a
Luchtuitblaas in alle richtingen
b
4-wegs luchtuitblaas (alle luchtuitblazen open, 2 hoeken
gesloten) (optionele afsluitplaatkit vereist)
c
3-wegs luchtuitblaas (1 luchtuitblaas gesloten, alle hoeken
open) (optionele afsluitplaatkit vereist)
Instelling: Luchtvolume bij uitgeschakelde thermostaatregeling
Deze instelling moet overeenstemmen met de behoeften van de
gebruiker. Zij bepaalt de ventilatorsnelheid van de binnenunit bij
thermostaat UIT.
1 Als u de ventilatoren op werking hebt ingesteld, stel dan ook de
luchtvolumesnelheid in:
Als u wilt
Buitenunit
Algemeen
2
Tijdens koelen
LL
2
Instelvolume
2
Tijdens verwarmen LL
Monitoring 1
2
Instelvolume
Monitoring 2
Instelling: Tijd om filter te reinigen
Deze instelling moet overeenstemmen met de luchtvervuiling in de
kamer. Zij bepaalt het interval waarop de melding TIME TO CLEAN
AIR
FILTER
(tijd
om
het
luchtfilter
gebruikersinterface verschijnt. Bij gebruik van een draadloze
gebruikersinterface moet u ook het adres instellen (zie de
montagehandleiding van de gebruikersinterface).
Voor een interval van...
(luchtvervuiling)
±2500 u (licht)
±1250 u (zwaar)
Geen aanduiding
Individuele instelling in een simultaan werkend systeem
We raden aan de slave-unit in te stellen met de optionele
gebruikersinterface.
Voer de volgende stappen uit:
2 Verander het tweede codenummer in 02 voor een individuele
instelling op de slave-unit.
Als u de slave-unit wil instellen als...
Groepsinstelling
Individuele instelling
(1)
Lokale instellingen worden als volgt gedefinieerd:
▪ M: Standnummer – Eerste cijfer: voor groep units – Cijfer tussen haakjes: voor afzonderlijke unit
▪ C1: Eerste codenummer
▪ C2: Tweede codenummer
▪
: Standaard
(2)
Ventilatorsnelheid:
▪ LL: Lage ventilatorsnelheid
▪ Instelvolume: De ventilatorsnelheid komt overeen met de door de gebruiker met de ventilatorsnelheidsknop op de
gebruikersinterface ingestelde snelheid (laag, middelmatig, hoog).
▪ Monitoring 1, 2: De ventilator staat UIT, maar draait om de 6 minuten even met lage ventilatorsnelheid (1) of instelvolume
(2) om de kamertemperatuur te detecteren.
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
10
3 Voer de lokale instelling uit voor de master-unit.
4 Zet de hoofdschakelaar uit.
5 Maak de gebruikersinterface los van de master-unit en sluit ze
6 Verander naar individuele instelling.
7 Voer de lokale instelling uit voor de slave-unit.
8 Schakel de hoofdvoeding uit of, in het geval van meer slave-
9 Maak de gebruikersinterface los van de slave-unit en sluit ze
U hoeft de gebruikersinterface niet opnieuw vanaf de master-unit te
bedraden als de optionele gebruikersinterface wordt gebruikt. (Maar
verwijder wel de draden die bevestigd zijn aan het klemmenbord van
de gebruikersinterface op de master-unit)
1
Dan
M
C1
C2
3MX+4MX
+5MX
12
6
01
(22)
02
2
12
3
01
(22)
2
02
te
reinigen)
op
de
1
Dan
M
C1
C2
10 (20)
0
01
02
3
02
7
7.1
Dan
1
M
C1
C2
Gebruik het systeem NIET voordat de volgende controles OK zijn:
21(11)
01
01
02
aan op de slave-unit.
units, herhaal de vorige stappen voor alle slave-units.
weer aan op de master-unit.
1~ 50 Hz
220-240 V
c
d
b
A
B
a
e2
e1
A
Master-unit
B
Slave-unit
a
Verbindingskabel
b
Voedingskabel
c
Aardlekschakelaar
d
Zekering
e1
Hoofdgebruikersinterface
e2
Optionele gebruikersinterface
Inbedrijfstelling
OPMERKING
Laat de unit NOOIT werken zonder de thermistoren en/of
druksensoren/-schakelaars. De compressor zou anders
vuur kunnen vatten.
Checklist voor de inbedrijfstelling
FCAHG71~140GVEB
Split-systeem airconditioners
4P482867-1 – 2017.03