3.2.1 Bedrijfsmodus "Winter" met actieve ruimte temperatuurregeling
Met de schakelaar S4 kan de ruimtetemperatuurregeling worden geactiveerd (zie punt 5.2.). Staan de bedrijfsmodi schakelaar in positie "Winter" en de
instelknop op positie 0 ("Afwezigheid / Nacht") ingesteld, dan wordt een tweepuntsregeling uitgevoerd op de gewenste waarde opgegeven tijdens de
parametrering (zie punt 6.2.). De hysterese tijdens deze regeling bedraagt ca. 1 K bij de temperatuursensor. Met de schakelaar S2 (zie punt 5.2.) kan
de interne of externe sensor worden geactiveerd (fabrieksinstelling interne sensor). Onder de gewenste temperatuur worden de uitgang "H" en de
ventilator met 60% van de maximale toerental van de ventilator geactiveerd, daarboven plus de schakeldifferentie van 1 K worden de uitgang "H" en de
ventilator gedeactiveerd (zie punt 3.5). Wordt een sensorfout bij de gekozen sensor gedetecteerd (temperatuurwaarde kleiner dan -20°C of groter dan
+100°C) wordt een noodloop uitgevoerd. Hierbij worden de relaisuitgang "H" en de ventilator (met 60% van de maximale toerental van de ventilator) met
een vaste inschakeltijd van 30% aangestuurd (3 minuten aan / 7 minuten uit). Gelijktijdig brandt de LED continu rood en de signaaluitgang "M" wordt
geactiveerd.
Bedrijfsmodus "Zomer"
3.3
In de bedrijfsmodus "Zomer" wordt de ventilator bestuurd met de aan de instelknop ingestelde toerental van de ventilator (zie punt 3.4). De relaisuitgang
"H" is altijd gedeactiveerd. Bij gesloten deurcontact brand de LED continu blauw, bij geopende deurcontact knippert de LED ca. iedere seconde blauw.
3.4
Instelling van de maximale ventilator toerental (te activeren in de bedrijfsmodi Winter en Zomer)
Met de instelknop kan de ventilator toerental worden ingesteld. Hierbij kan de ventilator toerental tussen een minimumwaarde van 13,3 % en 100 % van
de maximale ventilator toerental (zie punt 6.3) worden ingesteld. In positie 0 ("Afwezigheid / Nacht") is de ventilator gedeactiveerd.
Positie instelknop
0 (Afwezigheid / Nacht)
1
2
3
4
5
3.5
Ventilator naloop (te activeren in de bedrijfsmodi Winter en Zomer)
Een ventilator naloop geschiedt alleen bij een deactivering van de ventilator door het deurcontact. Het stuursignaal valt niet plotseling weg, maar wordt
verlaagd met 0,1V per seconde wanneer de ventilator is gedeactiveerd (sluiten van de deur).
4.
Installatie / montage
Na de montage op de muur of op een inbouwdoos, de elektrische aansluiting en het creëren van een veilige scheiding tussen netspanning en
veilige lage spanning door middel van de bijgeleverde scheidingswand (zie punt 10), wordt de deksel van de behuizing gesloten met ingehangen
onderste haken en omhoog gedraaid tot ze op hun plaats klikken. Aansluitend wordt de deksel van de behuizing met de bijgevoegde schroef geborgd.
Attentie! Sensor- en contactaders max. 10 mm afstrippen (behalve bij de toepassing van minstens H 03 xx). Het apparaat mag niet op elektrisch
geleidende oppervlakken worden gemonteerd. Bij de toepassing van een externe sensor of contact moet er op gelet worden dat de kabel niet parallel
aan de netspanningsvoerende kabels wordt gelegd. Als parallelle bedrading onvermijdelijk is, de afgeschermde kabel gebruiken en de afscherming op
de klemmen 8, 10, 12 of 14 aansluiten. De regelaar is bestemd voor montage op de muur of inbouwdoos en mag niet direct worden blootgesteld aan
warme of koude bronnen. Daarom moet er op gelet worden dat de regelaar ook aan de achterkant niet aan uitwendige verwarming of koeling wordt
blootgesteld, bijv. bij holle wanden door tocht of stijgleidingen.
Knop afnemen
Schroef losmaken
5.1
Verkleining van het instelbereik
Met de instelvanen onder de instelknop kan het instelbereik van de regelaar mechanisch worden begrensd. Hiervoor moet de knop worden verwijderd
en na het verstellen van de aanslagen (rood voor maximumwaarde, blauw voor minimumwaarde) weer worden geplaatst.
Instelvaan voor minimale instelwaarde
Stuurspanning in % van de maximale stuurspanning
0 %
20 %
40 %
60 %
80 %
100 %
Bovenste haken indrukken
2
Deksel wegdraaien
Regelaar vastschroeven
Instelvaan voor maximale instelwaarde