Systeembediening in geval van een alarm · Alarmsignaal/foutsignaal resetten
4.4 Alarmsignaal/foutsignaal resetten
· Alarmsignaal/foutsignaal resetten
Door op de toets Zoemer Afstellen
ding op het brandalarmcontrolepaneel uitgeschakeld; de led blijft branden. Nieuwe alarmen of foutmeldingen
activeren de alarm- en foutsignaaltonen opnieuw. Bevestigings- en interventiesignaaltonen kunnen niet wor-
den gereset.
4.5 Sirenes resetten of uitschakelen
· Sirenes resetten of uitschakelen
Door op de toets Herstel
geactiveerd wanneer het volgende alarm binnenkomt. De led brandt als de sirenes zijn gereset. Door opnieuw
op de toets te drukken, worden de sirenes weer ingeschakeld. Het resetten van de sirenes is mogelijk met
machtigingsniveau 1.
Door op de toets Doormelding uitgeschakeld
renes en alarmgebieden uitgeschakeld. De led naast de toets en de led
uitgeschakeld. De sirenes worden niet geactiveerd, zelfs niet in geval van een alarm. Door opnieuw op de
toets te drukken, worden de sirenes weer ingeschakeld. Het resetten van de sirenes is mogelijk met machti-
gingsniveau 2.
4.6 Alarm resetten
· Alarm resetten
Als binnen de interventietijd is vastgesteld dat er geen brand is, kan het alarm worden gereset door op de
E
toets Reset BMC
te drukken, zonder dat de brandweer wordt gewaarschuwd.
Voorwaarden zijn:
De led Geactiveerd
n
De machtigingscode voor bediening van het systeem moet worden ingevoerd.
n
De oorzaak van de alarmmelding is geëlimineerd. Als de oorzaak van het alarm niet is opgelost (er is
n
bijvoorbeeld nog steeds rook, de handmatige drukknop is niet gereset) wordt het alarm na 30 seconden
opnieuw weergegeven.
4.7 Doormeldinstallatie geactiveerd
· Doormeldinstallatie geactiveerd
Als de led Geactiveerd
Druk niet op een andere toets, wacht tot het ondersteunings- en hulpverleningspersoneel arriveert. Zorg dat
de nodige plannen beschikbaar zijn.
AANWIJZING
De interventiefunctie kan alleen worden gebruikt bij detectorzones met rookmelders. Alarmmel-
dingen die door de hitte- en vlammenmelder en de handmatige drukknop worden gegenereerd,
activeren de doormeldinstallatie zonder vertraging en worden onmiddellijk doorgestuurd naar de
hulpdiensten.
16
D
te drukken, wordt de signaaltoon van een actief alarm of foutmel-
r
te drukken, worden geactiveerde sirenes gereset, maar deze worden opnieuw
F
voor de doormeldinstallatie brandt nog niet.
F
brandt, dan is de hulpverlenende instantie al op de hoogte van het alarm.
Bedieningspaneel Integral MAP · Gebruikershandleiding · V 2.0
s
te drukken, worden de hoofdsirene en alle andere si-
l
branden als de alarmsystemen zijn
B-HB-0100NL