Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Systeembediening In Geval Van Een Alarm; Brandalarm; Vertraging; Verkennings-/Interventiefunctie Activeren - Schrack Seconet Profs4Security Integral MAP Gebruikershandleiding

Bedieningspaneel
Inhoudsopgave

Advertenties

4 Systeembediening in geval van een alarm

AANWIJZING
Verplichting om een logboek bij te houden
Let op de landspecifieke verplichtingen van de exploitant om een logboek bij te houden. Indien
nodig moeten alle geïmplementeerde bedieningsprocessen na afloop in het logboek worden ge-
registreerd.

4.1 Brandalarm

· Brandalarm
Een brandalarm wordt visueel en akoestisch aangegeven: De indicator BRAND
klinkt en de detectorzone, het detectornummer en het aantal ontvangen alarmen worden weergegeven op het
display van het bedieningspaneel.
C
De led Verkennen
signalen, Pagina 8). Als niet binnen de bevestigingstijd (afhankelijk van de programmering, gewoonlijk 30 se-
conden) op de toets Verkennen
veerd en wordt het alarm doorgestuurd naar een hulpverlenende instantie.

4.2 Vertraging

· Vertraging
(Afhankelijk van de programmering)
Door op de toets Vertraagd Aan
nende instantie vertraagd. Gedurende de vertragingstijd is het bijvoorbeeld mogelijk om de interventiefunctie
te activeren. Een geactiveerde vertragingsfunctie is een voorwaarde voor de interventiefunctie.
Als vertraagde schakeling is geactiveerd (dagprogramma), dan brandt de toetsled en als het nachtprogramma
is geactiveerd, dan brandt de led niet (nachtprogramma).

4.3 Verkennings-/interventiefunctie activeren

· Verkennings-/interventiefunctie activeren
AANWIJZING
De interventiefunctie kan alleen worden gebruikt bij detectorzones met rookmelders. Alarmmel-
dingen die door de hitte- en vlammenmelder en de handmatige drukknop worden gegenereerd,
activeren de doormeldinstallatie zonder vertraging en worden onmiddellijk doorgestuurd naar de
hulpdiensten.
Door binnen de bevestigingstijd op de toets Verkennen
functie geactiveerd. De led naast de toets gaat branden en de signaaltoon voor de bevestigingstijd klinkt. De
activering van de hoofddetectoruitgang wordt vertraagd met de geprogrammeerde interventietijd.
Binnen de interventietijd (ongeveer drie tot vijf minuten, afhankelijk van de programmering van het systeem)
kan de oorzaak van het alarm worden bepaald. In geval van een vals of bedrieglijk alarm kan het alarm wor-
den gereset. Na verstrijken van de interventietijd, en afhankelijk van het moment dat een tweede detector een
alarm activeert, wordt het alarm doorgestuurd naar een hulpverlenende instantie.
VOORZICHTIG
Bevestigd brandalarm
Als gedurende de interventieperiode daadwerkelijk brand wordt geconstateerd, moet de brand-
weer onmiddellijk op de hoogte worden gesteld. De handmatige drukknop kan worden gebruikt
voor een onmiddellijke alarmmelding.
B-HB-0100NL
knippert en de signaaltoon voor de bevestigingstijd klinkt (Hoofdstuk Akoestische
C
wordt gedrukt, dan wordt de hoofddetectoruitgang automatisch geacti-
B
te drukken, wordt het doorsturen van het alarm aan een hulpverle-
Bedieningspaneel Integral MAP · Gebruikershandleiding · V 2.0
Systeembediening in geval van een alarm · Brandalarm
A
C
te drukken, wordt de verkennings-/interventie-
knippert, het alarmsignaal
15

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave