5.3 Kabels, minimum maten
Verbinding
Voeding
Knipperlicht
Zenderfotocellen
Ontvangerfotocellen
Aansluitstroom uitrustingen
Bedieningen en beveiligingen
Aansluiting van de antenne
Opm.: De dikte van kabels met een andere lengte dan de voorgeschreven lengtes in de tabel bepaalt u aan de hand van het effec-
tieve stroomverbruik van de aangesloten uitrustingen en van de voorschriften van de norm CEI EN 60204-1.
Voor serie geschakelde belastingen op dezelfde lijn dient u de maten van de kabel te bepalen aan de hand van het stroomverbruik
en de effectieve afstanden. Voor aansluiting van producten die niet in deze handleiding in aanmerking zijn genomen, geldt de do-
cumentatie die bij deze producten zelf hoort.
7
8
6
9
5.4 Toepassingsvoorbeelden
SECTIONAALPOORT
Kantelpoort met contragewichten, UITSTEKEND WANNEER HALF
INGETROKKEN.
Kabellengte
Kabeltype
1 < 10 m
3G x 1,5 mm
2 x 0,5 mm
FROR CEI
2 x 0,5 mm
20-22
CEI EN
4 x 0,5 mm
50267-2-1
2 x 0,5 mm
2 x 0,5 mm
RG58
4
5
10
9
11
Kabellengte
10 < 20 m
2
3G x 2,5 mm
2
2 x 1 mm
2
2 x 0.5 mm
2
4 x 0,5 mm
2
2 x 0,5 mm
2
2 x 0,5 mm
max. 10 m
1
3
2
1.
Aandrijving
2.
Ingebouwde stuurkast met signaalontvanger
3.
Geleiderkast
4.
Ontkoppeling
5.
Standaard overbrengingsarm
6.
Vergrendelde keuzeschakelaar
7.
Knipperlicht voor bewegingssignalering
8.
Ontvangstantenne
9.
Veiligheidsfotocellen
10. Bedieningsknoppen voor binnenmontage
11. Veiligheidsrand
* sectionaalpoort
met dubbele geleider
KANTELPOORT MET VEREN, UITSTEKEND WANNEER TOTAAL
INGETROKKEN.
Kabellengte
20 < 30 m
2
2
3G x 4 mm
2
2
2 x 1,5 mm
2
2
2 x 0,5 mm
2
2
4 x 0,5 mm
2
2
2 x 1 mm
2
2
2 x 0,5 mm
* sectionaalpoort
met enkelvoudige geleider