12.4.1
Over de luchtstroomklep
Dubbelstroomunits+multi-stroomunits
In de volgende gevallen wordt de luchtstroomrichting gestuurd door
een microcomputer, en kan zij verschillen van de instelling op het
display.
Koelen
▪ Wanneer
de
kamertemperatuur lager is dan
de ingestelde temperatuur.
▪ Bij continue werking met horizontale luchtstroomrichting.
▪ Tijdens continue werking met neerwaartse luchtstroom bij het
koelen met een aan het plafond opgehangen of aan de wand
bevestigde unit, kan de microcomputer de luchtstroomrichting
sturen,
en
verandert
gebruikersinterface.
De luchtstroomrichting kan worden ingesteld op één van de
volgende manieren:
▪ De stand van de luchtstroomklep wordt automatisch ingesteld.
▪ De gebruiker stelt de luchtstroomrichting in.
▪ Automatische
en gewenste stand
WAARSCHUWING
Raak nooit de luchtuitlaat of horizontale bladen aan terwijl
de draaiklep in werking is. Uw vingers kunnen geklemd
geraken of de unit kan onklaar geraken.
OPMERKING
▪ Het draaibereik van de klep kan worden veranderd.
Neem contact op met uw dealer voor meer informatie.
(alleen
voor
dubbelstroom,
plafondmontage en wandmontage).
▪ Gebruik de klep bij voorkeur niet in de horizontale
stand
. Anders kan er zich vocht of stof gaan
afzetten op het plafond of op de klep.
12.5
Luchtstroom met actieve circulatie
Gebruik luchtstroom met actieve circulatie om de kamer sneller te
verwarmen of te koelen.
12.5.1
Luchtstroom met actieve circulatie starten
1 Stel de luchtstroom met actieve circulatie in
1
Ga naar het thuisscherm.
2
Druk.
FCAHG71~140HVEB
Split-systeemairconditioners
4P535639-1B – 2019.01
Verwarmen
▪ Bij het starten.
▪ Als
de
kamertemperatuur
hoger is dan de ingestelde
temperatuur.
▪ Bij het ontdooien.
ook
de
aanduiding
op
.
multi-stroom,
hoek,
Cool
Set to
28
°C
Main Menu
1/2
Circulation Airflow
Individual Air Direction
Energy Saving Options
Schedule
Maintenance Information
Configuration
Return
Setting
3
Selecteer "Ciculation
airflow" (luchtstroom met
circulatie)
4
Kies "enable" (aan) en
bevestig.
5
Bevestig de instelling.
6
Ga naar het thuisscherm.
de
7
Controleer of "Air Volume/
direction" (luchtvolume/-
richting) op automatisch is
ingesteld. Zo niet, stel het
dan in op automatisch.
2 Schakel de unit in met de gebruikersinterface.
13
Onderhoud en service
13.1
Voorzorgsmaatregelen voor
onderhoud en service
VOORZICHTIG
Steek GEEN vingers, stokken of andere voorwerpen in de
luchtinlaat of -uitlaat. Wanneer de ventilator met hoge
snelheid draait, zou dit letsels veroorzaken.
OPMERKING
Voer
nooit
servicewerkzaamheden aan de unit uit. Vraag hier een
erkend servicetechnicus voor. Als eindgebruiker mag u wel
het luchtfilter, het aanzuigrooster, de luchtuitblaas en de
buitenpanelen reinigen.
WAARSCHUWING
Vervang nooit een zekering door een zekering met een
andere waarde of andere draden als een zekering is
doorgebrand. Het gebruik van een draad of koperdraad
kan een uitval van de unit of brand veroorzaken.
VOORZICHTIG
Controleer na langdurig gebruik of de staander en
bevestiging niet beschadigd zijn. Bij beschadiging dreigt de
unit te vallen en letsel te veroorzaken.
13 Onderhoud en service
Main Menu
1/2
Circulation Airflow
Individual Air Direction
Energy Saving Options
Schedule
Maintenance Information
Configuration
Return
Setting
Circulation Air ow
Enable/Disable
Enable
Return
Setting
Return
Setting
Circulation Air ow
Save the settings?
Yes
No
Return
Return
Setting
Setting
Cool
Set to
28
°C
Air Volume/direction
Air Volume
Direction
Auto
Auto
Return
Return
Setting
Setting
zelf
een
inspectie
van
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
of
15