SC-F6200 Series/SC-F6000 Series Gebruikershandleiding
Item
Geavan-
ceerde
Instell.
Het menu op het bedieningspaneel gebruiken
Beschrijving
Rolpapier-
Laag
spanning
Normaal
Hoog
Hoger
Minder
Aan
Aanlopen
Uit
Kop
Droogtijd
Uit, 0,1 tot
Per Pagina
60 minuten
Controle
Aan
papierfor-
Uit
maat
Controle
Aan
Pap. Scheef
Uit
Spuitka-
Uit
naaltjespa-
Elke 1 tot 10
troon
pagina's
Selecteer Hoog of Hoger als het papier tijdens het afdruk-
ken kreukt.
Rolpapierspanning kan apart worden opgegeven voor elke
papiersoort met de optie Aangep. Papierinst. in het menu
Papier.
Als Aangepast Papier is gekozen voor Papiertype Selecte-
ren, gebruikt de printer de waarde die gekozen is voor Rol-
papierspanning in de Aangep. Papierinst.
Deze instelling wordt gebruikt als geen aangepaste span-
ning voor rolpapier is opgegeven.
Als het papier dik is, kan de printkop over het afdrukopper-
vlak schuiven. Kies Aan om schuiven te voorkomen. Gebruik
deze optie om tijdelijk de waarde te veranderen die is gese-
lecteerd voor Aangep. Papierinst. > Degelruimte in het me-
nu Papier. Houd er rechter rekening mee dat Aan geen ef-
fect heeft als Groter is geselecteerd voor Degelruimte.
Geef op hoe lang de printer pauzeert om de inkt te laten dro-
gen na het afdrukken van elke pagina. Selecteer Uit of kies
een waarde tussen 0,1 en 60 minuten. Afhankelijk van de hoe-
veelheid inkt en de papiersoort kan het even duren voordat
de inkt droog is. Als de inkt uitloopt op het papier, stelt u
een langere tijd in voor het drogen van de inkt.
Hoe langer de droogtijd is, des te langer het afdrukken duurt.
Kies als er papier geladen is of de printer automatisch de pa-
pierbreedte detecteert (Aan) of niet detecteert (Uit). In het
algemeen is het aangeraden om deze instelling op Aan te
zetten.
Kies Uit als een fout voor een papierinstelling wordt weerge-
geven als het papier correct is geladen. Houd er echter reke-
ning mee dat de printer buiten het papier kan afdrukken als
Uit is geselecteerd. Als buiten de randen van het papier
wordt afgedrukt, komt de printer binnenin onder de inkt te
zitten.
Gewijzigde instellingen worden van kracht als het papier op-
nieuw is geladen.
Als Aan wordt geselecteerd, wordt er een fout in het bedie-
ningspaneel weergegeven en wordt het afdrukken stopge-
zet als het papier is scheefgetrokken. Selecteer Uit om deze
functie uit te schakelen. Aan is in de meeste omstandighe-
den de beste keuze, want scheefgetrokken papier kan papier-
storingen veroorzaken.
Selecteer het interval voor het periodiek afdrukken van een
spuitkanaaltjespatroon. Print Nozzle Pattern (Spuitkanaaltjes-
patroon) wordt niet uitgevoerd als Uit is geselecteerd. Als u
elke 1 tot 10 pagina's selecteert, wordt boven aan iedere pa-
gina die u hebt ingesteld een controlepatroon afgedrukt. Als
het afdrukken voltooid is, kunt u het patroon controleren
om te bepalen of er op de vorige of volgende afdruk moge-
lijk vage plekken zijn of kleuren ontbreken.
54