6. Inbedrijfstelling
Wanneer u de hieronder beschreven werkzaamheden hebt
voltooid, vult u het inbedrijfstellingslogboek in (hoofdstuk 6.3).
6.1
Vóór de inbedrijfstelling
OPMERKING: Materiële schade is ontstaan door
onprofessioneel gebruik!
Het opstarten zonder voldoende water toevoer
vernietigt het apparaat
Schakel de boiler in en gebruik deze alleen als er
voldoende water bechikbaard is
Ketel moet werken met een minimale druk van 0,7 bar
Test vóór het inschakelen of de volgende elementen en
verbindingen correct zijn aangesloten en correct werken:
• Waterdichtheid van verwarmingsinstallatie
• Alle leidingen correct aangesloten
• Alle elektrische connectoren
6.3 Opstartlogboek
1.
Ketel type
2.
Serienummer
3.
Thermostaatregeling instellen
Verwarmingsinstallatie vullen en ontluchten en afdichting van alle
4.
aansluitingen controleren
Werkdruk vaststellen
5.
Controleer de basisdruk van het expansievat
6.
Veiligheidsvoorzieningen testen
7.
Stel de elektrische aansluiting in volgens de plaatselijke regelgeving
8.
Testfunctie
9.
Gebruikers geïnformeerd, technische documentatie ingediend
1
10.
Notities
0.
11.
Certificaat voor het inschakelen van het toestel
door een erkend installateur
Tabel 5: Opstartlogboek
6.2 Schakel eerst in
OPMERKING: Materiële schade door onjuiste
behandeling!
Instrueer de klant/gebruiker hoe hij met het
apparaat moet omgaan
• Controleer vóór het inschakelen of de verwarmingsinstallatie gevuld is
water en ontluchtingsventiel is gemonteerd
• Schakel de hoofdschakelaar in (onder het apparaat)
• Verwarmingssysteem- en apparaat parameters verschijnen op
weergave
• Apparaat is standaard afgesteld op een minimale temperatuur van
10°C en vermogen van 0 kW
• Alleen de druk waarde in de weergegeven installatie is de druk
waarde die u heeft aangepast tijdens het vullen van de installatie met
water
Servicezegel / Handtekening / Datum
Inbedrijfstelling
bar
______________
bar
______________