3. Installatievoorwaarden
Om vast te stellen of de installatie van de
ComfoFond-L Q in een bepaalde ruimte mogelijk is,
moet er rekening gehouden worden met de volgende
aspecten:
De plaats van de installatie moet zodanig
worden gekozen, dat rondom de ComfoFond-L
Q en het ventilatietoestel voldoende ruimte
aanwezig is voor de luchtaansluitingen en
vloeistofbuizen, maar ook voor het uitvoeren van
onderhoudswerkzaamheden;
In de ruimte moeten de volgende voorzieningen
aanwezig zijn:
- Luchtkanaalaansluitingen.
- 230V elektrische aansluiting.
- Voorzieningen voor de condensafvoer.
- Vloeistofbuizen van het leidingsysteem.
De ComfoFond-L Q moet in een vorstvrije ruimte
geïnstalleerd worden;
De vloeistof in het systeem mag niet
bevriezen. Bevriezing van de vloeistof zal het
systeem onherstelbaar beschadigen.
Het condenswater moet vorstvrij, onder afschot
en met gebruik van een sifon kunnen worden
afgevoerd;
Wij adviseren de ComfoFond-L Q niet in
ruimtes te installeren met een gemiddeld
hogere luchtvochtigheid (zoals bijkeuken). Dit
om condensvorming aan de buitenkant van de
ComfoFond-L Q te voorkomen;
Een buitenklep is vereist als het systeem gebruikt
wordt in gebieden met temperaturen beneden
de -15ºC. Deze klep dient de toevoerlucht
af te sluiten in geval van stroom-uitval. Een
stroomuitval bij een temperatuur beneden
de -15ºC kan het systeem beschadigen, een
buitenklep is daarom een vereiste.
4. Installatie
4.1 Aansluiting van de luchtkanalen
Tijdens het monteren van de luchtkanalen moet
er rekening gehouden worden met de volgende
aspecten:
Gebruik tussen de ComfoFond-L Q en het
ventilatietoestel alleen het meegeleverde
aansluitmateriaal;
Isoleer het buitenluchttoevoerkanaal tussen
de dak-/geveldoorvoer en de ComfoFond-L Q
dampdicht. Hiermee wordt condensvorming aan
de buitenzijde van het kanaal voorkomen;
De luchtuitgang van de ComfoFond-L Q moet
worden aangesloten op de buitenlucht aansluiting
van de ventilatieunit;
De luchtuitgang van de ComfoFond-L Q TR
bevindt zich bovenaan de zijkant van de
ComfoFond-L Q;
De luchtuitgang van de ComfoFond-L Q
ST bevindt zich aan de bovenzijde van de
ComfoFond-L Q;
De buitenlucht moet worden aangesloten op
de luchtingang van de ComfoFond-L Q. De
luchtingang van de ComfoFond-L Q bevindt zich
onderaan de zijkant van de ComfoFond-L Q.
Toevoerlucht
ComfoFond-L Q TR
Links
Toevoerlucht
ComfoFond-L Q ST
Links
Toevoerlucht
Buitenlucht
ComfoFond-L Q TR
Rechts
Toevoerlucht
Buitenlucht
ComfoFond-L Q ST
Rechts
61 - NL