ONDERHOUD
9.3 De motorrem
In de motor is een elektromagnetisch
bediende motorrem gemonteerd. Deze
rem is gebaseerd op het "normally ON"-
principe, d.w.z. als de motor stroomloos is,
is de rem actief en wordt de motoras
geremd. (n = 0 omw/min). Het remmoment
van de rem komt voort uit frictie tussen
meerdere platen en de rem kan alleen
"droog" (ongesmeerd) worden gebruik.
9.3.1 Bediening
In het remmechanisme bevindt zich een
metalen rotor (3) met frictiemateriaal aan
beide zijden. Vier drukveren (7) in de
stator oefenen een axiale kracht uit op de
ankerplaat (4). Deze ankerplaat drukt door
de veerkracht tegen de rotor. De rotor is
op een speciale manier op de motoras
gemonteerd, waardoor deze in axiale
richting over de as kan schuiven. Omdat
de ankerplaat tegen de rotor drukt, schuift
de rotor tegen de frictieplaat (1). De
wrijving tussen het frictiemateriaal aan
beide zijden van de rotor, de ankerplaat en
de frictieplaat zorgt voor het benodigde
remmoment. In de stator is een remspoel
(5) gemonteerd die een sterk magneetveld
opwekt als er een gelijkstroom vloeit.
Als men de motorrem wil lichten, moet men
Afb.9-01 Motorrem
een stroom door de remspoel laten
vloeien. Het magneetveld dat door de
remspoel wordt opgewekt, "trekt" dan de
ankerschijf tegen de stator aan en licht
zodoende de rem.
Men kan de motorrem ook lichten met de
handlichter. Als men de handlichter in de
richting van de pijl op het deksel drukt,
wordt de ankerplaat m.b.v. twee
kogelbouten tegen de veerdruk in tegen de
stator getrokken en zodoende de rem
gelicht.
MS 3000 / 9095-061A
9-3