6.4
Opbouw van de mast
Maak bij een werkonderbreking
altijd de laatste handeling af. Haal
alle bouten van de laatste
bevestigingen aan en sluit de
hoofdschakelaar af, zodat niemand
de hefsteiger in werking kan zetten.
Gelijktijdig met de opbouw van de
mast moeten ook de ankerbuizen
en ankers aangebracht worden,
zoals beschreven in hoofdstuk 6.5.
Let op dat de voedingsspanning
overeenkomt met
3 x 230 V + massa + aarde.
De masten moeten altijd loodrecht
worden opgebouwd.
Bij een windkracht hoger dan
6 Beaufort (12,5 m/s) mag de
machine niet worden opgebouwd.
Tijdens het monteren van een
mastelement moet de
noodstopknop worden bediend.
1.
Sluit de bouwstroom aan op de
machine. De bouwstroomaansluiting zit
links naast de trap.
Afb.6-09 Contactdoos
MS 3000 / 9095-061A
MONTAGE EN VERANKERING
6-7