Inhoudsopgave
Advertenties
3
VEILIGHEID
Aan de machine mogen geen
veranderingen of aanpassingen
worden verricht.
De ondergrond moet voldoende
stabiel zijn om het gewicht van
de machine en de mast te
kunnen dragen.
De mast moet ALTIJD volgens
de voorschriften worden
verankerd.
Als het hekwerk tijdens montage
en demontage niet voldoende
afscherming biedt, moet er vanaf
2 meter hoogte altijd met
geschikt klimmateriaal worden
gewerkt.
3.1 Algemeen
De machine biedt veiligheid zowel tijdens
de montage als tijdens het gebruik. De
machine is hiervoor voorzien van de
onderstaande ingebouwde en aanvullende
beveiligingen:
- De motorrem treedt automatisch in
werking bij stroomuitval.
- Als de eindschakelaar BOVEN niet
werkt en de hefsteiger omhoog blijft
gaan, treedt de noodeindschakelaar
BOVEN in werking.
- Als de eindschakelaar ONDER niet
werkt en de hefsteiger blijft dalen, treedt
de noodeindschakelaar ONDER in
werking.
- Als beide eindschakelaars BOVEN niet
in werking treden, wordt het bewegende
platform mechanisch gestopt in de twee
speciale hiervoor ontworpen rode
topmasten.
3.2 Veiligheid voor gebruik
- De onderwagen moet doeltreffend
onderstopt zijn.
- De werkplek om de machine moet vrij
zijn van obstakels.
- De verankeringen moeten zijn
aangebracht op de voorschreven
afstand.
3.3 Veiligheid tijdens gebruik
MS 3000 / 9095-061A
Bij een windkracht hoger dan
6 Beaufort (12,5 m/s) voor een
vrijstaande machine of
7 Beaufort (15,7 m/s) voor een
verankerde machine, moet de
machine buiten gebruik worden
gesteld met het platform in de
laagste stand.
Er mogen zich geen voorwerpen
in de baan van de machine
bevinden.
Tijdens het in bedrijf zijn van de
machine mag zich niemand
onder de machine bevinden.
Tijdens het monteren van een
mastelement, het aanbrengen
van een verankering of het
uitvoeren van
onderhoudswerkzaamheden
moet de noodstop worden
bediend.
VEILIGHEID
3-1
Advertenties
Inhoudsopgave
