Temperatuur van de binnenruimte
Stel de temperatuur niet hoger in dan 250 °C, zodat de
braadthermometer niet beschadigd raakt.
De ingestelde temperatuur van de binnenruimte moet minstens
10 °C hoger zijn dan de ingestelde kerntemperatuur.
Braadthermometer in het vlees steken
Voordat u het stuk vlees in de binnenruimte legt, steekt u de
braadthermometer in het vlees.
Steek de metalen punt op de dikste plek in het stuk vlees. Let
erop dat het uiteinde van de punt zich ongeveer in het midden
van het stuk vlees bevindt. Deze mag niet in het vet steken en
geen contact maken met bot of schaal.
Plaats het stuk vlees in het midden van het rooster.
Om er voor te zorgen dat de braadthermometer niet
beschadigd raakt door te grote hitte, moet de afstand tussen
grillelement en braadthermometer voldoende zijn.
Kerntemperatuur instellen
Wanneer u uw stuk vlees met de braadthermometer in de
ovenruimte heeft geplaatst, stelt u de kerntemperatuur in.
De braadthermometer in de bus linksvoor in de ovenruimte
1.
steken en de ovendeur sluiten.
Let erop dat u de kabel van de braadthermometer niet
afklemt
Met de functiekeuzeknop de verwarmingsmethode instellen.
2.
Op het display verschijnt de voorgestelde temperatuur van
80 °C. Voor het symbool
Met de toets
@
of
A
de kerntemperatuur instellen.
3.
Met de temperatuurkeuzeknop de temperatuur instellen.
4.
Stel de temperatuur niet hoger in dan 250 °C, zodat de
braadthermometer niet beschadigd raakt.
Na enkele seconden start de oven. Tot de temperatuur 30 °C
heeft bereikt, wordt de ingestelde kerntemperatuur
weergegeven. Vanaf 30 °C staat de actuele temperatuur op het
display. Ter onderscheid gaat bij de actueel kerntemperatuur
de bovenste punt van de dubbele punt branden.
De ingestelde kerntemperatuur is bereikt
Er klinkt een signaal. De oven warmt niet meer op. In het
display staat de ingestelde kerntemperatuur zonder de punt.
Wanneer u de kerntemperatuur nogmaals wilt verhogen, de
toets
0
zo vaak indrukken tot de pijl
Kinderslot
Om te voorkomen dat kinderen per ongeluk de oven
inschakelen, is deze voorzien van een kinderslot.
De oven reageert op geen enkele instelling. U kunt de
kookwekker en de tijd ook instellen wanneer het kinderslot is
ingeschakeld.
,
staat de pijl
N
.
N
weer voor het
symbool
,
staat. Met de toets
kerntemperatuur instellen.
Wanneer u wilt uitschakelen, de toets
functieknop in de nulstand draaien. De oven is uitgeschakeld.
Trek de braadthermometer uit de bus.
ã=
Risico van verbranding!
De braadthermometer en de binnenruimte zijn heet. Gebruik
pannenlappen om de thermometer eruit te trekken.
Kerntemperatuur wijzigen
Zolang de kerntemperatuur de 30 °C niet heeft bereikt, kunt u
met de toets
of
de kerntemperatuur wijzigen. Na enkele
@
A
seconden wordt de verandering overgenomen.
Wanneer de kerntemperatuur 30 °C heeft bereikt en de actuele
temperatuur wordt weergegeven of wanneer de wekker is
ingesteld, drukt u daarvoor tweemaal op de toets
Afbreken
De braadthermometer uit de bus trekken. De oven verwarmt bij
normaal bedrijf verder. Om de oven uit te schakelen, draait u
de functiekeuzeknop weer op de nulstand.
ã=
Risico van verbranding!
De braadthermometer en de binnenruimte zijn heet. Gebruik
pannenlappen om de thermometer eruit te trekken.
Tabel
Gebruik uitsluitend vers, en geen ingevroren vlees. De waarden
in de tabellen zijn richtwaarden. Ze zijn afhankelijk van het soort
en de kwaliteit van het vlees.
Gerecht
Rundvlees
Rosbief of rundvlees, zacht garen
Rosbief of runderfilet, medium
Rosbief of runderfilet, doorbakken
Varkensvlees
Varkensfricandeau
Gebraden varkensvlees (bijv. nek)
Kalfsvlees
Gebraden kalfsvlees
Kalfsschenkel
Lamsvlees
Lamsbout, medium
Gebraden lamsvlees
Gehakt
Gehakt
Gevogelte
Kalkoenfilet
Kinderslot inschakelen
De functiekeuzeknop dient op de nulstand te staan.
De toets
ca. vier seconden indrukken.
h
Op het display verschijnt het symbool
ingeschakeld.
@
of
A
opnieuw een
indrukken en de
0
0
.
Kerntemperatur in °C
45-55
55-65
65-75
65-70
85-90
75-85
85-90
60-70
80-90
85-90
85-90
@
. Het kinderslot is
11