6.7
Installatie vullen
Afb.38 Sifon vullen
AD-0000591-01
Afb.39 Vullen van de installatie
2 bar
119665 - v.07 - 30092015
6.7.1 Waterbehandeling
In veel gevallen kunnen de ketel en CV-installatie gevuld worden met nor
maal leidingwater en zal waterbehandeling niet noodzakelijk zijn.
Waarschuwing
Voeg zonder overleg met Remeha geen chemische middelen aan
het CV-water toe. Bijvoorbeeld: antivries, waterontharders, pH-
verhogende of verlagende middelen, chemische toevoegmiddelen
en/ of inhibitoren. Deze kunnen leiden tot storingen aan de ketel
en beschadiging van de warmtewisselaar.
Toelichting
De pH-waarde van het installatiewater dient voor onbehandeld
water te liggen tussen 7 en 9 en voor behandeld water tussen 7
en 8,5.
De maximale hardheid van het installatiewater dient te liggen
tussen 0,5 - 20,0 °dH (Afhankelijk van het totaal opgesteld ver
mogen).
Verdergaande informatie is te vinden in het Waterkwaliteitsvoor
schrift. Houd de voorschriften in het genoemde document altijd
aan.
6.7.2 Vullen van de sifon
1. Demonteer de sifon.
2. Vul de sifon met water. Deze moet gevuld zijn tot aan de marke
ringsstreep.
3. Monteer de sifon.
Gevaar
De sifon moet altijd voldoende met water gevuld zijn. Dit voorkomt
dat er rookgassen in het vertrek komen.
6.7.3 Vullen van de installatie
1. Maak de ketel spanningsloos.
2. Draai alle radiatorkranen van de CV-installatie open voor het vullen.
3. Draai of klik het dopje op de ontluchter van de pomp (bij enkele mo
dellen ook op de ontluchtingspot) open.
4. Vul de CV-installatie met schoon leidingwater.
Toelichting
Geadviseerde waterdruk tussen 1,5 en 2 bar.
5. Controleer de waterzijdige aansluitingen op dichtheid.
6. Zet de ketel onder spanning.
Toelichting
De ketel doorloopt na inschakelen van de spanning en bij vol
doende waterdruk altijd een automatisch ontluchtingsprogramma
van ca. 3 minuten (Tijdens het vullen kan er lucht ontsnappen via
de automatische ontluchter). Indien nodig: vul de CV-installatie bij.
AD-0000592-01
6 Installatie
37