5.9 Werkwijze voor inbedrijfstelling omvormer
Voordat u omvormers inschakelt, moet u:
-
controleren of het apparaat gemakkelijk veilig bereikbaar is voor bediening, onderhoud en service
-
controleren en bevestigen dat de omvormer correct is geïnstalleerd
-
dat de ventilatieruimte toereikend is
-
dat er geen gereedschappen zijn achtergebleven op de omvormer of de accu
-
dat alle accessoires, de omvormer en accu correct zijn aangesloten
-
dat duurzame waarschuwingstekens en -etiketten zijn bevestigd
-
Omvormer inschakelen
1. Sluit de wisselstroomzijde en de
wisselstroomback-up aan
2. Select grid standard (Netcode selecteren)
3. Configureer alle parameters
4. Controleer polariteit van de accu en zet de
gelijkstroomschakelaar ervan aan
5. Schakel zonne-energie gelijkstroomzijde in
6. Controleer of de omvormer gaat
initialiseren
IM-S2-LH.1-EN-V2.1
Installatie- en bedieningshandleiding
Omvormer uitschakelen
1. Zet de wisselstroomschakelaar UIT
2. Zet de gelijkstroomschakelaars UIT
31