De wisselstroomkabel moet de afmetingen hebben die overeenstemmen met eventuele plaatselijke en landelijke
richtlijnen voor kabelafmetingen waarin de vereisten worden gespecificeerd voor de minimumdoorsnede van de
geleider. Factoren voor de kabelafmetingen zijn bijv.: nominale wisselstroom, kabeltype, het type van de
routering, kabelbundeling, omgevingstemperatuur en de gespecificeerde maximale lijnverliezen.
De stappen om de aansluitklem naar het stroomnet aan te sluiten, staan hieronder vermeld:
Stap 1 —
Strip de mantel van de kabel over een lengte van 70 mm en strip de isolatie van de kabeladers
over een lengte van 13 mm. Voer de kabel door de moer en mof van het buselement, plaats de
bijbehorende aansluitklemmen en haal ze aan met een inbussleutel.
Zet de kabel vast met een inbussleutel van 3,0 mm. De inbusschroef is zeer klein en kan
gemakkelijk eruit vallen; schroef deze er daarom niet helemaal uit.
Stap 1 — Clip de kunststof bevestiging in het buselement, haal de adapter in het buselement aan, en draai
vervolgens de wartelmoer vast met een aanhaalmoment van 2,5 - 4 Nm.
Stap 2 — Sluit de AC-connector aan op de omvormer, en draai vervolgens de AC-connector rechtsom vast
(zie onderstaande afbeelding) totdat u een lichte klik hoort die aangeeft dat de aansluiting goed zit.
Herhaal deze stappen voor de tweede AC-connector.
22
LH Omvormers