12.2 Toestel intern reinigen (installateur)
Het toestel moet elke 3 jaar intern worden gecontroleerd en gereinigd. Tijdens deze werkzaamheden moet het
volgende worden gecontroleerd en uitgevoerd:
▪ Controleer op overmatig geluidsniveau of trillingen bij minimale en maximale ventilatorsnelheden vóór en na
▪
de werkzaamheden.
▪ Controleer de algemene toestand van interne onderdelen.
▪
▪ Controleer bedrading, kabels, sensoren en actuatoren.
▪
▪ Controleer op lekkages van vloeistof.
▪
▪ Controleer en reinig de ventilator.
▪
▪ Controleer en reinig de warmtewisselaar.
▪
▪ Controleer en reinig de condensafvoer en lekbak.
▪
▪ Controleer en reinig de behuizing van het toestel.
▪
Verbreek de stroomtoevoer bij werkzaamheden aan het toestel!
Steek uw hand niet in het toestel terwijl de ventilator draait!
DANGER
12.2.1 Ventilator demonteren / monteren
De ventilator is toegankelijk vanaf de voorkant van het Ventilatormodule. De ventilator kan worden verwijderd
zoals hieronder beschreven. Gebruik deze instructies in omgekeerde volgorde om de onderdelen weer te
installeren.
▪ Gebruik beide handen om de voorklep van het
▪
ventilatiemodule te verwijderen.
▪ Trek beide handgrepen stevig naar u toe totdat de
▪
klep loskomt van de 4 houdclips in de hoeken.
▪ Verwijder 2 x M4 (T20) aan de bovenkant van de PCB-
▪
kap.
▪ Open de kap door de bovenkant naar u toe te trekken;
▪
de kap zal open draaien op de klinknagels.
Elan 25 3.0 617505-A
Brink / 41