Installateurmode betreden of verlaten
Toegang tot de Installateurmode is geautoriseerd door een gebruiker in menu 48 Installateur Toegang. Na autorisatie
heeft de installateur 5 minuten om zijn code gevolgd door de [ent]-toets in te voeren. Als de installateurcode is
ingevoerd, zullen drie gebeurtenissen plaatsvinden:
•
Alle sabotagelussen worden overbrugd.
•
De installateur krijgt volledige toegang tot het menu.
•
De bannertekst wordt gewijzigd om de Installateurmode aan te duiden.
Om de Installateurmode te verlaten en alle sabotagelussen weer in gebruik te nemen, dient bij het weergeven van de
bannertekst de Installateurcode gevolgd door de [esc]-toets te worden ingevoerd. De installateur heeft nu 30 minuten
om eventueel de Installateurmode weer te betreden zonder dat autorisatie door een gebruiker nodig is.
In- en Uitschakelen van de centrale
Om het systeem volledig in te schakelen, toetst de gebruiker zijn code gevolgd door de [A]-toets. Om het systeem
Deelbeveiligd of Nachtstand in te schakelen, toetst de gebruiker zijn code gevolgd door de [B]-toets. De gebruiker heeft
nu de keus om het systeem Deelbeveiligd (1) of Nacht (2) in te schakelen.
Om het systeem uit te schakelen moet de gebruiker zijn code invoeren gevolgd door de [ent]-toets. Het systeem kan
ook uitgeschakeld worden met een geldige MAX-kaart op een MAX-lezer of indrukken van de [Off]-knop van een
draadloze handzender.
Stoppen van een Alarm, Sabotage of Fout
Alarmen, sabotages en fouten kunnen worden gestopt door een geldige gebruikercode in te voeren op het bediendeel.
Na het invoeren van de code worden de ontstane meldingen op het display weergegeven. Gebruik de [A]- of [B]-toets
om de verschillende gebeurtenissen weer te geven. Alarm condities kunnen ook worden gestopt door het indrukken van
de [Off]-knop op een draadloze handzender of het aanbieden van een geldige MAX-kaart op een MAX-lezer. Een
PINcode invoeren op het bediendeel is echter noodzakelijk om de meldingen te bekijken en te herstellen.
Herstellen van een Alarm
Alarmen, sabotages en foutcondities kunnen als volgt worden hersteld:
•
De oorzaak van het alarm is hersteld en;
•
Een gebruiker met voldoende niveau heeft de melding op het bediendeel bekeken.
Als een gebruiker niet in staat is het alarm te herstellen, zal de Manager of Installateur dit moeten doen.
Zone Adres Formaat
Zones op een GalaXy centrale worden niet genummerd, maar hebben ieder een uniek adres. Dit heeft als reden dat de
zones per 8 gegroepeerd zijn op RIO's. Op het paneel zijn twee RIO's geïntegreerd. De eerste RIO (0) heeft slechts 4
zones (1001 t/m 1004) en de tweede RIO (1) beschikt over 8 zones (1011 t/m 1018). Zoals is te zien is het meest
rechtse getal het zonenummer en het tweede cijfer het RIO adres, welke 0 tot 5 kan zijn, alle uitbreidingen
meegerekend. Aan iedere zone kan nog een omschrijving worden toegekend, welke standaard blanco is.
Het programmeren van de zones wordt uitgevoerd in menu 52.
Zones aansluiten
De standaard zone configuratie is 1kΩ double-balanced, zoals hieronder is
weergegeven:
Iedere ongebruikte bedrade zone moet altijd worden afgesloten met een 1kΩ weerstand.
De configuratie voor de zones en de gebruikte weerstand waarden, kunnen worden geprogrammeerd in parameter
51.46 Zone Weerstand. De lengte van de kabel naar de detector mag niet langer zijn dan 100 meter.
1
GalaXy G2-44+
Verkorte Installatiehandleiding
REV. 09/06