Montage-, gebruikers- en onderhoudshandleiding
3 Instellingen en indicatoren
1.
Aansluitklemmen van de uitgangen OUT 1 en OUT 2
2.
Led indicatoren voor de functie van de uitgangen OUT 1 en OUT 2
3.
Led indicator voor de status van de tijdsynchronisatie met de aangesloten UNIGAS 300:
a. Continue aan: klok is niet synchroon met de aangesloten UNIGAS 300
b. Knipperend : klok is wel synchroon met de aangesloten UNIGAS 300
4.
DIP schakelaar voor de instelling van de functie van uitgangen OUT 1 en OUT 2
Instellen van de jumpers
Via de DIP-schakelaar kan de werkingswijze van de twee uitgangen ingesteld worden:
-
Door de stand van de DIP-schakelaar op PASS PULSE in te stellen zal de module een extern
aangeboden puls doorzetten naar de bijbehorende uitgang met een puls lengte van 125 ms.
Gedurende deze 125 ms wordt de doorgifte van pulsen geblokkeerd ten behoeve van onderdrukken
van contact dender.
De externe puls signalen worden aangesloten op de puls ingangen IN1 en IN2 van de
o
ISC230B of UNILOG 300 (schroefklemmen 3 tot 6). Een puls signaal op ingang IN1 geeft
een puls signaal uit op uitgang OUT 1 en een puls signaal op ingang IN2 geeft een puls
signaal uit op uitgang OUT 2.
-
Door de stand van de DIP-schakelaar in te stellen op EXTEND PULSE wordt een puls verlengt tot
het einde van het klokuur.
De alarm puls signalen van de UNIGAS 300 worden aangesloten op de puls ingangen IN1
o
en/of IN2 van de ISC230B of UNILOG 300 (schroefklemmen 3 tot 6). Een alarm puls signaal
op ingang IN1 geeft een verlengd alarm signaal uit op uitgang 1 en een alarm puls signaal
op ingang IN2 geeft een verlengd alarm signaal uit op uitgang 2.
Figuur 1. Jumpers en led indicatoren
DDNN105GHNL /09-2020/Rev. A1
Alarm Pulse Extension module
6