Inhoudsopgave
Advertenties
Configureren van instellingen met het toetsenbord
Parameterlijst
■ Tonen
Parameter
Instellingen
7
Toonselectie
Zie pagina D-8.
Oorspronkelijke
instelling: GRAND
PIANO (CONCERT)
8
Nagalm
Uit (OFF), 1 - 4
Oorspronkelijke
instelling: 2
9
Zweving
Uit (OFF), 1 - 4
Oorspronkelijke
instelling: 2
bo
Helderheid
–3 tot 0 tot 3
Oorspronkelijke
instelling: 0
bq
Balans tussen
–24 tot 0 tot 24
lagen
Oorspronkelijke
instelling: 0
■ Melodie/metronoom
Parameter
Instellingen
5
Tempo (TEMPO) 20 tot en met 255
Oorspronkelijke
instelling: 120
6
Melodie
01 tot en met 70
selecteren
Oorspronkelijke
(SONG SELECT)
instelling: 01
bm
Volume van de
00 tot en met 42
melodie
Oorspronkelijke
instelling: 42
bk
Maatslag van de
0, 2, 3, 4, 5, 6
metronoom
Oorspronkelijke
(METRONOME
instelling: 4
BEAT)
bn
Volume van de
00 tot en met 42
metronoom
Oorspronkelijke
instelling: 36
D-22
Bedienings-
type
Omschrijving
(pagina
D-20)
A
Wijst een toon toe aan het
toetsenbord. (pagina D-8)
D
Specificeert de nagalm van de
noten. (pagina D-11)
D
Regelt de breedte van de noten.
(pagina D-11)
B
Specificeert de helderheid van de
noten. Door indrukken van [+]
worden de noten helderder en
milder. Door indrukken van [–]
worden de noten milder en
zachter.
B
Specificeert het balans in het
hoofdtoon volume en het volume
van de gelaagde toon. (pagina
D-10)
Bedienings-
type
Omschrijving
(pagina
D-20)
B (+/–)
Specificeert het tempo van
C (0 tot en
melodieën uit de
met 9)
muziekbibliotheek, de metronoom,
opname en weergave, enz.
(pagina D-12)
B (+/–)
Selecteert een melodie uit de
C (0 tot en
muziekbibliotheek. (pagina D-15)
met 9)
B
Stelt het volumeniveau in van de
weergave van de
muziekbibliotheek.
A
Specificeert de
metronoommaatslag. (pagina
D-12)
B
Specificeert het volume van de
metronoom. (pagina D-12)
Opmerkingen
• Druk tegelijkertijd op [+] en [–] om terug
te gaan naar de oorspronkelijke instelling
(0).
Opmerkingen
• Gebruik altijd drie cijfers bij het invoeren
van waarden d.m.v. de cijfertoetsen (0 tot
en met 9).
Voorbeeld:
Druk op de toetsen 0, 9 en 0
om "90" in te voeren (de
voorafgaande nul is vereist).
• Door tijdens de opname tegelijkertijd op
de + en – toetsen te drukken wordt een
waarde van 120 ingesteld.
• Gebruik altijd twee cijfers bij het
invoeren van waarden d.m.v. de
cijfertoetsen (0 tot en met 9).
Voorbeeld:
Druk op de toetsen 0 en 8 om
"8" in te voeren (de
voorafgaande nul is vereist).
• Deze instelling kan niet worden
veranderd tijdens het opnemen.
• Deze instelling kan niet worden
veranderd tijdens het opnemen.
• De instelling voor de maatslag van de
metronoom kan niet worden veranderd
terwijl de weergave van een melodie van
de muziekbibliotheek aan de gang is.
Advertenties
Inhoudsopgave
