Inhoudsopgave
Advertenties
(2) Plaats de functieschakelaar op x ½ voor de "no trip" test (niet afschakelen) om er zeker
van te zijn dat de verliesstroomschakelaar binnen de specificaties werkt en dat hij niet te
gevoelig is afgesteld.
(3) Druk de faseschakelaar in om 0° op het display te verkrjgen.
(4) Verbind het toestel met de te testen veriesstroomschakelaar, hetzij via een geschikt
stopcontact (fig. 9), hetzij via de OMA DIEC meetsnoeren (fig. 10).
(5) Controleer of de diodes voor correcte bedrading P-E en P-N oplichten en dat de diode voor
foutieve aansluiting
controleer of er geen fout is in de bedrading.
(6) Lichten de diodes op zoals het moet, druk dan op de testknop om de helft van de nominale
afschakelstroom gedurende 2000 ms aan te leggen ingeval de verliesstroomschakelaar niet
mag afschakelen. De diodes PN en PE moeten opgelicht blijven om aan te duiden dat de
verliesstroomschakelaar niet afgeschakeld is.
(7) Druk op de faseschakelaar om 180° op het display te verkrijgen en herhaal de test.
(8) Ingeval de verliesstroomschakelaar afschakelt, wordt de afschakeltijd weergegeven; het is
echter mogelijk dat de verliesstroomschakelaar defect is.
(9) Plaats de functieschakelaar op x1 voor de "trip" test (afschakelen) waarbij de tijd wordt
gemeten die de verliesstroomschakelaar nodig heeft om af te schakelen bij een
voorafgeregelde reststroom.
(10) Druk op de faseschakelaar om 0° op het display te verkrijgen.
(11) Controleer of de diodes P-E en P-N oplichten, zo niet de tester loskoppelen en de
bedrading nakijken.
(13) Als de diodes wel oplichten, op de testknop drukken om de volledige afschakelstroom
aan te leggen; de verliesstroomschakelaar moet afschakelen en de afschakeltijd wordt op het
display weergegeven. Indien de verliesstroomschakelaar afgeschakeld is moeten de diodes
PN en PE gedoofd zijn. Controleer of dit het geval is.
(13) Druk op de faseschakelaar om 180° op het display te verkrijgen.
(14) RAAK GEEN GEAARD METAAL AAN TIJDENS DEZE TESTS.
(15) Het toestel berekent de contactspanning met de gemeten impedantie en als de berekende
contactspanning meer bedraagt dan 50V, verschijnt er een waarschuwing en stopt de meting.
Is de waarde lager dan 50V, dan gaat het toestel de verliesstroomschakelaar meten.
Het testen van verliesstroomschakelaars die gebruikt worden als
8.6.
bijkomende bescherming (FAST TRIP TEST = snelle afschakeltest)
Verliesstroomschakelaars met een nominale waarde van 30mA of minder
worden soms gebruikt om een bijkomende bescherming te bieden tegen een
elektrische schok. Zulke verliesstroomschakelaars vereisen een speciale
testprocedure, t.t.z.:
(1) Plaats de "RCD" schakelaar op "X5" voor de "fast" trip test (snelle afschakeltest).
(2) Druk op de faseschakelaar om 0° op het display te verkrijgen.
(3) Verbind het testinstrument met de te testen verliesstroomschakelaar.
(4) Controleer of de diodes P-E en P-N oplichten, zo niet de tester loskoppelen en de
bedrading nakijken.
(5) Lichten de diodes op, druk dan op de testknop om een teststroom van 150mA aan te
leggen waarbij de verliesstroomschakelaar binnen de 40ms moet afschakelen; de
afschakeltijd verschijnt op het display.
(6) Druk op de faseschakelaar om 180° op het display te verkrijgen en herhaal de test.
(7) RAAK GEEN GEAARD METAAL AAN TIJDENS DE TEST.
8.7. Testen van vertraagde verliesstroomschakelaars
Verliesstroomschakelaars met ingebouwde vertraging worden gebruikt om
het onderscheidingsvermogen te verzekeren, t.t.z. de correcte
gedoofd is. Is dit niet het geval, ontkoppel dan de tester en
19
Advertenties
Inhoudsopgave
