C33
C13
C13
C13
fig. 7 : Schouwaansluiting van het type C xx
fig. 8 :
Concentrische aansluiting
Bij een concentrische aansluiting moet een meetelement
met condensaatopvang worden toegevoegd.
Concentrische aansluiting
maximumlengte concentrisch: 6 meter, te wijten aan de
toegestane maximale temperatuur van 70° aan de uitgang van
de venturi.
Opmerking:
- Een bocht van 90° stemt overeen met een drukhoogteverlies
van één meter.
Voorbeeld:
- 6 meter concentrisch = 1 bocht 90° + 4 meter horizontaal +
1 meter verticaal. (Concentrisch element zie prijslijst.)
Homologatie "CE" volgens En 483
In de buurt van de ketel moet een afvoer naar de
riolering worden voorzien om te voorkomen dat het
condensaat van de schouw in de ketel terechtkomt.
Om te voorkomen dat het condenswater niet via de
dakdoorvoer wegvloeit moeten alle doorvoeren van
horizontale kanalen naar de ketel toe aflopen.
664Y0200.C
120
C43
C53
fig. 9 :
Parallelle aansluiting
Parallelle aansluiting
Tabel met max. verminderde werklast schouw 100 Pascal
(1 Pascal = 0,01 mbar)
Kanaal L. 500 mm
Kanaal L. 1000 mm
Kanaal L. 2000 mm
Bocht 90°
Bocht 45°
Bocht 30°
Bocht 15°
Verticale dakdoorvoer
Horizontale dakdoorvoer
Condensaatopvangelement
Deze tabel is gebaseerd op het door ACV voorgestelde materiaal en mag
niet worden veralgemeend.
Berekeningsvoorbeeld:
De onderstaande afbeelding bevat
de volgende elementen (Ø 80 mm):
• 1 x bocht 90°
• 2 x kanaal L 2000 mm
• 2 x bocht 45°
• 2 x kanaal L 1000 mm
• 1 x verticale dakdoorvoer
• 1 x condensaatopvangelement
Berekening:
• 1 x 4,32 = 4,32
• 2 x 5,1
= 10,2
• 2 x 2,75 = 5,50
• 2 x 2,55 = 5,10
• 1 x 5,4
= 5,4
• 1 x 2,06 = 2,06
Totaal:
32,58 x 2 = 65,16 Pa
aangezien dit minder
is dan de toegestane
maximale weerstand,
is deze installatie
conform.
NL • 9
INSTALLATIE
SV - MV
Ø 80 mm
1.18
2.55
5.1
4.32
2.75
1.67
0.69
5.4
5.5
2.06
2000 mm