fig. 17
fig. 18
fig. 19
fig. 20
664Y0200.C
BRANDERkARAkTERISTIEkEN
a
b
c
d
NL • 19
fig. 21
onderhoud van de brander
1. Nadat u de brander hebt gedemonteerd, controleert u de
staat van de ontstekings- (1) en de ionisatie-elektroden (2),
de isolatie (3) en de dichting van de vuurhaarddeur (4).
Vervangen indien nodig.
2. Staat van de branderstaaf controleren (5).
3. Brander opnieuw monteren en branderontsteking controleren.
4. Dichting van de gasaansluiting controleren.
5. Verbrandingsparameters controleren.
5
2
fig. 22
e
[zie fig. 22]
1
4
3