D
Druk op [Instellingen control/wijz].
E
Druk op [Best. toev.].
F
Geef de bestemming op met de cijfertoetsen of Bestemming-toetsen en druk
vervolgens op [OK].
Wanneer het bestand een aantal Internetfaxbestemmingen heeft, kunt u het
verzendingstype schakelen tussen fax/IP-Fax en Internetfax door op [Fax] of
[Internet fax] te drukken.
Om een e-mailadres toe te voegen, schakelt u het type verzending over naar Inter-
netfax door op [Internet fax] te drukken. Vervolgens drukt u op [Handm. inv.] en
voert u het e-mailadres in.
U kunt ook een SUB Code of SEP-code programmeren door op [Geav.eigsch.]
te drukken.
G
Druk op [Afsluiten].
Herhaal vanaf stap
H
Druk tweemaal op [Afsluiten].
Het display geeft "stand-by" aan.
Instellingen van bestanden in het geheugen veranderen
C
indien u nog een bestemming wilt toevoegen.
4
173