9.
Hiermee kunt u de verzendinstel-
lingen bevestigen.
10.
Geeft het percentage vrije ge-
heugenruimte weer.
11.
Hiermee kunt u naar een be-
stemming zoeken met behulp van
een bestemmingsnaam, faxnummer,
e-mailadres of registratienummer.
12.
Schakelt de verzendmodus naar
de Directe verzending.
Wanneer [Dir. TX] niet gemarkeerd is, be-
vindt het apparaat zich in de Geheugen-
verzendingsmodus.
13.
Hiermee kunt u verschillende
eigenschappen voor verzending in-
stellen.
14.
Hiermee kunt u een afzender in-
stellen.
Opmerking
❒ Het display verschilt, afhankelijk van de geïnstalleerde optionele eenheden.
❒ U kunt "Instellingen Internetfax" wijzigen onder "Oorspr. Inst." in het menu
Faxeigenschappen.
❒ Informatie over documenten die verzonden zijn met behulp van de faxfunctie
kunnen niet worden gecontroleerd in [Takenlijst]. Gebruik [Wijz TX/Inf.].
Verwijzing
Pag.9 "Verzendmodi"
Pag.73 "De titels in het Adresboek veranderen"
Pag.80 "Zoeken naar een bestemming in het Adresboek"
Pag.117 "Andere verzendingseigenschappen"
Pag.169 "Communicatie-informatie wijzigen/bevestigen"
Pag.215 "Een document opslaan"
Pag.263 "De status van het geheugen controleren"
Bedieningshandleiding Standaardinstellingen
4
15.
Hiermee kunt u het aantal "Ver-
zending stand-by bestand(en): ",
"G ehe ugenbe veiliging afdruk-
ta(a)k(en): ", en "RX afdr. stand-by
bestand(en): " controleren.
16.
Hiermee worden snelbedie-
ningstoetsen weergegeven voor veel-
gebruikte functies. [Stat TX-best] en
[Stat RX-best] zijn vooraf ingesteld.
17.
Titelwoord-toetsen verschijnen.
Hiermee kunt u van een pagina
(weergave) naar een andere schake-
len in de bestemmingslijst.
18.
Schakelt tussen de titelwoord-
toetsen.
19.
Verschijnt op bestemmingstoet-
sen die geprogrammeerd zijn als een
groepbestemming.