Menupunt
Omschrijving
Settings
▶ Zonnecircuit
– PS1 toerenreg.zonnep.. Nee, PWM of
0 ... 10V kiezen.
– PS1 min.toer.zonnep.. [5 ... 100] %. Instel-
len van het laagste toerental van de pomp.
– PS1 insch.versch.zonnep.. [0...100] K. In-
stellen van het schakeldifferentieel voor de
inschakeling van de pomp.
– PS1 uits.versch.zonnep.. [0...100] K. Instel-
len van het schakeldifferentieel voor de uit-
schakeling van de pomp.
– Streeft. Vario-Match-Flow. [30 ... 60] °C. In-
stellen van de streeeftemperatuur voor de de-
bietregeling (Vario-Match-Flow).
– PS4 toerent.reg. zonnep.2. Nee, PWM of
0 ... 10V kiezen.
– PS4 Min. toer.zonnep.2. [5 ... 100] %. Instel-
len van het laagste toerental van de pomp.
▶ Boiler (koellichaam). Instellingen uitvoeren voor
boilervaten of zwembaden die in het zonnecircuit
zijn geïnstalleerd.
– Max. temp. boiler 1
– Max. temp. boiler 2
– Max. temp. zwembassin
– Max. temp. boiler 3
– Voorrangsboiler
– Testinterval voorrangsboil.
– Testduur voorrangsboiler
– Kleplooptijd boiler 2
– PS5 uitsch.temp.versch.
– Vorstbes.temp.warmtew
▶ Zonneopbrengst. In dit menu kunnen de instellin-
gen voor de energieterugwinning worden uitge-
voerd en kunnen de waarden worden gereset.
– Bruto collectoropp. 1
– Bruto collectoropp. 2
– Type collectorveld 2
– Min. acc. DHW-temp
– Reset zonneoptimalisatie
Tabel 14 Instellingen voor de zonnethermie-installaties
Menupunt
Omschrijving
Zonne-energie-
Kies Aan om de solarthermie-installatie te activeren.
sys. start
Voor het deactiveren Uit kiezen.
Tabel 15 Instellingen voor de zonnethermie-installaties
4.1.12 Install.inst. herstellen
Kies Install.inst. herstellen, om naar de instellingen terug te keren, die tij-
dens de inbedrijfstelling zijn uitgevoerd en als installateurinstellingen
zijn opgeslagen. Kies Ja ter bevestiging. Kies Nee, om zonder resetten te-
rug te keren.
4.1.13 Fabrieksinstellingen
Kies Fabrieksinstellingen om naar de fabrieksinstellingen terug te keren.
Kies Ja ter bevestiging. Kies Nee, om zonder resetten terug te keren.
4.2
Diagnose
4.2.1
Menu: Functietests
Via het menu Functietests kunnen actieve bestanddelen van de cv-instal-
latie afzonderlijk worden getest. Wanneer de functie Werkingscontro-
les act. in dit menu op Ja wordt ingesteld, wordt het normaal bedrijf van
de gehele installatie onderbroken. Alle instellingen worden opgeslagen.
De instellingen in dit menu gelden slechts tijdelijk.
UI 800 – 6721832734 (2022/10)
Wanneer voor Werkingscontroles act. de optie Nee is ingesteld of het
menu Functietests wordt gesloten, zijn de opgeslagen instellingen weer
van kracht. De beschikbare functies en instelmogelijkheden zijn afhan-
kelijk van het type installatie.
Voor het uitvoeren van de werkingscontrole, worden telkens de parame-
ters voor de afzonderlijke bestanddelen ingesteld. Om te controleren, of
de compressor, het mengventiel, de circulatiepomp respectievelijk de 3-
wegklep correct reageren, wordt het gedrag van de afzonderlijke be-
standdelen gecontroleerd.
Menupunt
Omschrijving
Werkingscontro-
Ja kiezen om Functietests te activeren.
les act.
Warmtepomp
▶ Ontluchtingsfunctie. Met behulp van deze func-
tie wordt de warmtepomp ontlucht. Om de ont-
luchting te vergemakkelijken, worden de
elektrische bijverwarming, het omschakelventiel
en de pomp in een sequentie geactiveerd.
▶ PC0 prim. cv-pomp. Starten of uitschakelen van
de cv-pomp.
▶ PC0 toerental. Door instellen van het percentage
wordt het toerental van de pomp gewijzigd.
100 % = maximaal toerental.
▶ Pekelcircuitp.. Starten of uitschakelen van de
brijncircuitpomp.
▶ PB3 Toerental. Door instellen van het percenta-
ge wordt het toerental van de pomp gewijzigd.
100 % = maximaal toerental.
▶ PB1 Broncircuitpomp. Starten of uitschakelen
van de brijncircuitpomp.
▶ VW1 3-wegklep WW. Bij CV staat het omschakel-
ventiel op cv-bedrijf. Kies Warm water, om het
warmwaterbedrijf te kiezen.
▶ Test koudecircuit. Door de keuze van Aan wor-
den de actieve bestanddelen van het brijncircuit
na elkaar aangestuurd, doordat de expansieven-
tielen worden geopend/gesloten.
▶ Compressor. Kies Aan om de compressor te acti-
veren.
▶ Inverter koelventilatorKies Aan om de koelventi-
lator te activeren.
▶ Ledigen/vullen. Deze functie wordt bij het aftap-
pen of vullen van koelmiddel gebruikt en opent
de expansieventielen. Kies Ja voor het activeren.
▶ VC0 Circulatieventiel. Om het ventiel in circula-
tiebedrijf te schakelen Kies Aan. Bij Uit is het ven-
tiel in de richting van het buffervat geopend.
▶ PK2 uitgang koelen actief
▶ PCS mengklep (VK1)
▶ VK2 PKS 3-wegklep
▶ Bijverw. met mengklep. Voor het activeren van
de externe bijverwarming Aan kiezen.
▶ Mengerpos.bijverw.. Door aanpassen van het
percentage wordt de positie van de mengmodule
van de bijverwarming ingesteld. 100 % = volle-
dig geopend.
▶ Bijverwarming trap 1. Voor het activeren de eer-
ste bijverwarmingsstand Aan kiezen.
▶ Bijverwarming trap 2. Voor het activeren de
tweede bijverwarmingsstand Aan kiezen.
▶ Bijverwarming trap 3. Voor het activeren de der-
de bijverwarmingsstand Aan kiezen.
▶ Elektr. boiler. Voor het activeren van de bijver-
warming in warmwatertoestel Aan kiezen.
Servicemenu
15