Belangrijke Instellingen Voor Het Warmwaterbedrijf; Belangrijke Instellingen Voor Andere Systemen En Eenheden; Monitorwaarden Controleren; Overdracht Van De Installatie - Bosch UI 800 Installatiehandleiding
Verberg thumbnails
Zie ook voor UI 800:
- Installatiehandleiding (28 pagina's) ,
- Installatiehandleiding (28 pagina's) ,
- Installatiehandleiding (28 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
3.2.2
Belangrijke instellingen voor het warmwaterbedrijf
De instellingen in het warmwatermenu moeten bij de inbedrijfstelling in
ieder geval worden gecontroleerd en eventueel worden aangepast. Al-
leen zo wordt gewaarborgd, dat het warmwaterbedrijf optimaal functio-
neert.
▶ Instellingen in het warmwatermenu controleren.
3.2.3
Belangrijke instellingen voor andere systemen en eenhe-
den
Wanneer andere speciale systemen of eenheden zijn gemonteerd, ko-
men andere menupunten beschikbaar, bijvoorbeeld het menu voor ven-
tilatie, zwembad of solarsysteem.
Om de optimale werking te waarborgen, de bijbehorende technische do-
cumentatie van het systeem respectievelijk de eenheid aanhouden.
3.3
Monitorwaarden controleren
De bewaakte waarden kunnen via het menu Info worden opgeroepen.
Het menu bevat informatie over de monitorwaarden, de warmtepomp-
status, de systeemstatus, de status van de bijbehorende componenten,
de status van het toebehoren en de statistieken.
3.4
Overdracht van de installatie
▶ Leg de eindgebruiker de werking en de bediening van de bedienings-
eenheid en het toebehoren uit.
▶ Informeer de eindgebruiker over de uitgevoerde instellingen.
3.5
Uitschakeling
Normaal gesproken is de eenheid ingeschakeld. De installatie wordt bij-
voorbeeld alleen voor onderhoudsdoeleinden uitgeschakeld.
Stand-by betekent, dat de installatie compleet is uitgeschakeld en geen
veiligheidsfuncties, zoals vorstbeveiliging actief zijn.
▶ Om de installatie tijdelijk uit te schakelen:
– Optie > Menu in het startmenu kiezen
– Voor meer menu-opties Aan kiezen.
– Stand-bybedrijf in de lijst kiezen
– Op Ja drukken
▶ Om de installatie in te schakelen:
– Op het display drukken.
– Ja kiezen.
▶ Om de installatie permanent uit te schakelen: voedingsspanning van
de gehele installatie en alle busdeelnemers onderbreken.
Na langere stroomuitval of langere bedrijfsonderbreking moeten moge-
lijk de datum en de tijd weer worden ingesteld. Alle andere instellingen
blijven permanent behouden.
3.6
Snelstart van de warmtepomp
▶ Houd, om het servicemenu te openen, de toets menu ingedrukt, tot
het einde van de countdown.
▶ Inst. instellingen openen.
▶ Warmtepomp kiezen.
▶ Snelle compressorstart kiezen.
▶ Wanneer de vraag Snelstart van de compressor? wordt getoond, Ja
kiezen.
De snelstartfunctie verhoogt de warmtevraag, zodat de warmtepomp
zo snel mogelijk start.
UI 800 – 6721832734 (2022/10)
4
Servicemenu
▶ Houd, om het servicemenu te openen, de toets menu ingedrukt, tot
de countdown is afgelopen (circa 5 s).
▶ Om het gewenste menu te openen, het invoerveld voor een instelling
te activeren of wijzigingen te bevestigen, tikt u op de betreffende op-
tie.
▶ d aantikken, om het actuele menuniveau te verlaten.
▶ In bepaalde menu's na het veranderen van instellingen Ja of Nee kie-
zen.
▶ Wanneer alle instellingen zijn afgerond, met d teruggaan,
▶ Servicemenu verlaten?. Ja selecteren om het servicemenu te verla-
ten.
-of-
▶ Nee selecteren om in het servicemenu te blijven.
De standaardwaarden worden vet getoond. Bij bepaalde instellingen zijn
de standaardwaarden afhankelijk van de aangesloten warmtebron.
4.1
Instellingen installatie
4.1.1
Systeemanalyse starten
De bedieningseenheid herkent automatisch, welke BUS-knooppunten in
de installatie zijn geïnstalleerd en past het menu en de fabrieksinstellin-
gen overeenkomstig aan.
▶ Om het servicemenu te openen, de menutoets circa 5 seconden lang
ingedrukt houden.
▶ Menu Inst. instellingen > Ingebruikname openen
▶ De instellingen hoeven niet te worden bevestigd. Wanneer alle instel-
lingen in het gekozen menu zijn afgerond, met d teruggaan.
Menupunt
Omschrijving
Installatie con-
Controleer of de toebehorenmodules en de kamer-
troleren
temperatuursensoren geïnstalleerd en in werking
zijn. Kies Verder om de configuratie voort te zetten.
Kies Terug, om terug te keren.
Tabel 2 Systeemanalyse starten
4.1.2
Inbedrijfstelling van de bedieningseenheid
De bedieningseenheid herkent automatisch, welke BUS-knooppunten in
de installatie zijn geïnstalleerd en past het menu en de fabrieksinstellin-
gen overeenkomstig aan.
▶ Om het servicemenu te openen, de menutoets circa 5 seconden lang
ingedrukt houden.
▶ Menu Inst. instellingen > Ingebruikname openen
▶ De instellingen hoeven niet te worden bevestigd. Wanneer alle instel-
lingen in het gekozen menu zijn afgerond, met d teruggaan.
Menupunt
Omschrijving
Land
Land instellen. Terug met d.
Installatiebuffer-
Kies Ja, wanneer een buffervat is geïnstalleerd. Kies
vat
anders Nee.
Bypass geïnstal-
Kies Ja, wanneer in de installatie een bypass is geïn-
leerd
stalleerd. Kies anders Nee.
Bijverwarming
Kies welk type bijverwarming wordt gebruikt.
Geen | El. bijverw. | Bivalent altern.bedrijf | Bivalent
parallel bedrijf | Kostenopt hybr.bedr. Terug met d.
Zekering
16 A | 20 A | 25 A | 32 A: grootte van de zekering in-
stellen, via welke de warmtepomp is afgezekerd. Te-
rug met d.
Inbouwsituatie
Selecteer het type huis waarin de installatie zich be-
vindt. Eengezinswoning | Meergezinswoning. Terug
met d.
Servicemenu
5
Advertenties
Inhoudsopgave
