Montage
10 Voorwaarden
10.1 Opstellingsruimte
De ruimte waarin het apparaat wordt geplaatst, moet aan
de volgende voorwaarden voldoen:
– Droge, goed geventileerde ruimte
– Geen ruimte die voor een bepaald doel bestemd is ( bijv.
stookruimtes of natte ruimtes)
– Plaats het apparaat op een zuivere, egale, voldoende sta-
biele ondergrond (let op het gewicht van het apparaat).
– De contactdoos moet goed toegankelijk zijn.
– De typeplaat van het apparaat moet goed leesbaar zijn
(ook in ingebouwde toestand).
– Het apparaat moet goed toegankelijk zijn voor bediening
en onderhoud.
– Bij ingebouwde apparaten moeten de aansluitklemmen
bij het afnemen/openen van de toegang tot de behuizing
goed bereikbaar zijn.
– Houd voldoende afstand aan tot de wand (minimaal
30 mm tot 40 mm).
30
40
De lucht wordt bij het aanzuigen gefilterd. De lucht-
samenstelling wordt daarbij niet veranderd. Houd de
aangezogen lucht daarom vrij van schadelijke stoffen
(zuig bijv. geen lucht aan uit een ondergrondse par-
keergarage of direct naast een afzuigmachine).
ATTENTIE
Oververhittingsgevaar door onvoldoende ver-
luchting
Het apparaat genereert warmte. Schade door hitte
en/of bekorten van de levensduur van het apparaat
mogelijk.
Dek het apparaat niet af.
i
Lucht moet ongehinderd kunnen toe- en wegstro-
i
men.
Be- en ontluchtingsopeningen moeten voldoende
i
groot zijn.
Bij ingebouwde apparaten kan in ongunstige om-
i
standigheden een externe beluchting nodig zijn.
0678106030L14 1707V003
10.2 Trillingsdemping
De apparaten genereren trillingen. Voor het dempen van
deze trillingen moeten geschikte trillingsdempers worden
gebruikt.
10.3 Inbouwpositie en bevestiging
Apparaten zo mogelijk horizontaal inbouwen. Andere in-
bouwposities vooraf met Dürr Technik bespreken.
10.4 Geluiddemper
Zowel op de aanzuigaansluiting als ook op de uitlaataan-
sluiting ontstaat bij druk- of vacuümbedrijf extra geluidsbe-
lasting. Daarom moet een geschikte geluiddemper worden
gebruikt die de afgezogen lucht aan de atmosfeer afgeeft.
Geluiddempers zijn als accessoires te verkrijgen (zie "Ac-
cessoires" zuiger-compressoren KV" voor de respectieve
serie).
30
40
VOORZICHTIG
Starre verbindingen kunnen de apparaten of de
installatie, waarin de apparaten zijn ingebouwd,
beschadigen.
Gebruik geen starre verbindingsleidingen tussen
i
de apparaten en de installatie.
NL
59